Dat heeft een Amerikaanse rechter in de staat Virginia geoordeeld, meldt Reuters vrijdag. Bewijs dat werd verzameld met de hack mag daarom gewoon worden voorgelegd aan een rechtbankjury.
Het oordeel komt in een reeks rechtszaken rond de kinderpornosite Playpen, die opereerde via het anonieme Tor-netwerk. De FBI spoorde de uitbaters van Playpen op en hielden de website vervolgens nog twee weken lang in de lucht.
In die periode werd malware gebruikt om bezoekers te ontmaskeren, wat leidde tot aanklachten tegen minstens 137 mensen.
Privacy
In een eerdere zaak oordeelde een andere rechter nog dat belangrijk bewijs niet mocht worden gepresenteerd aan een jury, omdat de FBI geen details wilde geven over de manier waarop malware werd geplaatst op de computer van een verdachte.
De rechter in Virginia vergeleek de FBI-hack donderdag echter met het gluren door een kapot rolluik. Volgens eerdere Amerikaanse jurisprudentie is daar geen zoekbevel voor nodig, terwijl dat voor een volledige huisdoorzoeking wel nodig is.
Een advocaat van de burgerrechtenbeweging Electronic Frontier Foundation noemt de uitspraak “gevaarlijk gebrekkig” en zegt dat de gevolgen groot zullen zijn als ook hogere rechters hierin meegaan.
“Opsporingsdiensten zouden vrij zijn om op afstand informatie op je computer te doorzoeken en in beslag te nemen, zonder zoekbevel, zonder redelijke verdenking, of zonder enige verdenking. Op zijn zachtst gezegd is de uitspraak slecht nieuws voor privacy.”