Dat meldt Bloomberg.
Op de achterkant van The New Yorker staat elke week een cartoon waarbij lezers een grappig bijschrift mogen verzinnen. Cartoonist Bob Mankoff krijgt elke week zo’n vijfduizend inzendingen en verslijt veel assistenten die deze inzendingen moeten doornemen.
Microsoft bood een jaar geleden aan een computer te bouwen die een deel van het werk van de assistent over zou nemen.
Sarcasme en woordspelingen
Sindsdien zijn tal van cartoons en onderschriften in het systeem ingevoerd om de computer te leren wat wel en niet grappig is. Humor, sarcasme en woordspelingen zijn al tijden een paar van de lastigste onderdelen voor computers.
Eerst leerde Microsoft zijn slimme systeem de grappigste keuze te maken uit bijschriften met soortgelijke grappen. Daarna werd het systeem geleerd om de honderden grappen op volgorde te zetten.
Resultaten
Volgens Mankoff zal een computer nooit beter dan een mens zijn in het beoordelen van de bijschriften, maar hij is wel onder de indruk van de resultaten. De favorieten van de assistent van Mankoff zaten altijd in de top 55,8 procent van de kunstmatige intelligentie van Microsoft.
Dat betekent dat er 50 procent minder inzendingen hoeven te worden doorgenomen wat voor Mankoff en zijn assistent een enorme tijdbesparing op zou leveren. Of The New Yorker het systeem nu permanent gaat gebruiken, is niet bekend.
Microsoft laat weten dat het hoopt in de toekomst een volgende stap te maken waardoor computersystemen zelf grapjes kunnen bedenken. Daarnaast kan het systeem volgens Bloomberg van pas komen bij bijvoorbeeld Skype Translator waarmee twee mensen in verschillende talen live met elkaar kunnen videobellen.