Dat meldt persbureau Reuters maandag.
Een woordvoerder van het Chinese ministerie van Buitenlandse Zaken laat maandag weten dat er verder wordt gewerkt aan het opstellen van de wet.
“China zal zijn antiterreurwet formuleren op basis van de eigen behoeften op het gebied van terrorismebestrijding en het beschermen van de nationale veiligheid”, zegt de woordvoerder.
Afluisteren
Het wetsontwerp zou binnenlandse en buitenlandse techbedrijven verplichten een zogenoemde ‘backdoor‘ in producten te installeren, zodat inlichtingendiensten mensen kunnen afluisteren. Ook zouden de ondernemingen verplicht gevoelige informatie zoals encryptiesleutels aan de overheid moeten overhandigen.
China is naar eigen zeggen wel bereid om met “relevante partijen” over het wetsontwerp te communiceren. Dat moet ervoor zorgen dat de wet ook past in de internationale praktijk.
Met de verklaring ontkent het ministerie een opmerking van de Amerikaanse coördinator cyberveiligheid Michael Daniel. De assistent van de Amerikaanse president stelde eerder dat de ontwikkeling van de Chinese wet voorlopig is uitgesteld.
Kritiek
De eerder aangekondigde antiterreurwet levert veel kritiek op van westerse regeringsleiders en bedrijven. Zo zei de Amerikaanse president Barack Obama begin deze maand dat hij zijn zorgen over de wetgeving rechtstreeks tegenover de Chinese president Xi Jinping heeft geuit.
Autoriteiten in Washington vinden dat buitenlandse bedrijven in China door deze regels met een onevenredige regeldruk te maken krijgen.
Een woordvoerster van het Chinese parlement reageerde door te zeggen dat westerse regeringen, waaronder de Verenigde Staten, vergelijkbare verzoeken voor encryptiesleutels hebben ingediend. Bovendien zouden Chinese bedrijven in de VS ook al langer intensief gecontroleerd worden.
Eind vorig jaar publiceerde het land al een eerste versie van de wet. Daarin stond onder meer dat bedrijven servers en gebruikersgegevens in China moeten houden.