Dat maken ministers Plasterk (Binnenlandse Zaken) en Kamp (Economische Zaken) bekend in een Kamerbrief.
Het eID-stelsel moet zowel DigiD als eHerkenning opvolgen. DigiD wordt momenteel gebruikt door burgers, eHerkenning door ondernemers. eID is een type elektronische handtekening die beide methoden moet opvolgen, veiliger maken en gebruikers meer controle moet geven over welke informatie zij delen.
De overheid noemt als voorbeeld een online drankwinkel, waar klanten op termijn hun leeftijd middels eID kunnen aantonen. Dankzij de methode kan enkel de leeftijd worden bewezen, terwijl overige informatie niet bij de verkoper bekend wordt.
Inzicht in informatie als identiteit, leeftijd maar ook kredietwaardigheid en rekeningegevens kunnen zo volgens het kabinet per stuk en op een betrouwbare manier aan bijvoorbeeld de overheid, banken, verzekeraars en webwinkels worden verleend.
Verschillende passen
Onder eID kunnen verschillende soorten passen als online identificatiemethode worden ingezet. Dit maakt het systeem volgens de overheid flexibeler en minder bevattelijk voor storingen. Door storingen in het DigiD-systeem kunnen burgers nu soms niet online hun overheidszaken raadplegen.
Identiteitskaarten, rijbewijzen maar ook bankpassen kunnen bij eID gebruikt worden om online de identiteit te bewijzen. Het inloggen met de identiteitskaart en het rijbewijs wordt enkel mogelijk bij overheidssites en van sites van organisaties met een publieke taak.
Het online inloggen met een bankpas zou zowel mogelijk worden op overheidssites, als op sites van bedrijven. Tests met het nieuwe eID-stelsel starten in de tweede helft van 2015. Pas daarna zal het kabinet eventueel onomkeerbare besluiten nemen over een verdere invoering van het stelsel, en een vervanging van huidige methoden.