Sinds eind december zijn de eerste Realsense-laptops in Nederland al mondjesmaat te koop, maar op gadgetbeurs CES in Las Vegas werden meer pc’s met Realsense getoond. Intel liet duidelijk weten dat dit meer dan een hobbyproject is. Dit is volgens de chipmaker de technologie van de toekomst. NU.nl probeerde Realsense alvast uit.
Hoe werkt het?
Realsense is een technologie die drie camera’s inzet om naar objecten te kijken zoals mensen dat doen. De camera ziet beelden in zowel 2d als 3d en kan zien op welke afstand objecten zich van elkaar bevinden.
De camera is vergelijkbaar met de Kinect van de Xbox en is zo nauwkeurig dat het vingers kan onderscheiden en gezichtsuitdrukkingen kan aflezen.
Toepassingen
De eerste commerciële versie van Realsense die dit jaar in sommige laptops zit, heeft nog weinig applicaties.
John Miedema, hoofd van de mobiele afdeling van Acer, toont de Aspire V17 Nitro tijdens CES en de laptop heeft op dat moment drie toepassingen.
In een simpel spelletje lopen mannetjes van de linkerkant van het scherm over bergtoppen naar de rechterkant. Door met een hand een brug te slaan tussen de bergtoppen moet de speler voorkomen dat de mannetjes in het ravijn vallen.
De tweede toepassing een videochat-app, waarbij de Realsense-camera de persoon lostrekt van zijn achtergrond en hem of haar op bijvoorbeeld een tropisch eiland projecteert.
De laatste toepassing maakt gebruik van gezichtsherkenning en maakt het mogelijk om een gezicht in te scannen en deze als avatar in een game te gebruiken.
Alle drie de toepassingen vallen in de praktijk door de mand. Bij het spelletje worden vingers niet goed herkend als de hand te snel wordt bewogen, bij de videochatfunctie wordt het gezicht soms abrupt afgesneden en de avatar lijkt uiteindelijk in vrijwel niets op het ingescande gezicht.
Ook laptops en pc’s van andere fabrikanten vertonen op de technologiebeurs dezelfde problemen. Daarop staan nog wat andere spelletjes te proberen die handbewegingen redelijk volgen, maar snel detail verliezen bij vlugge bewegingen.
Ook probeerden we een videochat uit waarbij een zelfgekozen avatar, zoals een monster, hond of digitaal jongetje, de mimiek van de gebruiker overneemt. Hoewel de avatar goed en snel meebeweegt, verandert een gekke bek al snel in een kleine grimas.
Problemen
Realsense lijkt vooral handbewegingen nog niet goed genoeg te herkennen om echt bruikbaar te zijn. Bovendien hebben ontwikkelaars nog niet een goede toepassing gevonden om de technologie echt belang mee te geven.
Daar komt bij dat je erg dicht op en recht voor het scherm moet gaan zitten om goed in beeld te zijn. Vooral de applicaties waarbij het gezicht gebruikt moet worden, vereisen een oncomfortabele houding.
Hoewel Intel al anderhalf jaar geleden investeerde in onder meer bewegingstechnologie, lijkt Realsense nog iets te vroeg voor consumenten beschikbaar te komen. Het voelt als een testproduct.
Enorme potentie
Dat gevoel is zonde. Realsense heeft namelijk enorme potentie op heel andere vlakken. Intel toonde eerder deze week tijdens een keynote op CES drones en robots die gebruikmaken van Realsense.
Fabrikanten van deze apparaten willen hun robots en drones graag autonoom laten bewegen en juist daar kan Realsense heel goed bij helpen. Tijdens de presentatie kwam een robot het podium opgereden die met Realsense een digitale kaart maakt van objecten die hij tegenkomt.
De robot weet hoe diep en breed een object is en kan ook bewegingen registreren. Dat zorgt ervoor dat hij soepel en eenvoudig om deze objecten heen kan manoeuvreren.
Die eigenschap is ook handig voor drones. Intel liet een drone tijdens de keynote autonoom en vlekkeloos door een wirwar van pilaren, blokken en deuren vliegen.
Realsense werkt hier heel goed omdat de globale omtrek van een object voldoende is. Herkenning op het detailniveau, zoals bij het herkennen van vingerbewegingen, is niet nodig.
Voorlopige conclusie
Als ik Realsense moet beoordelen als besturing voor laptops is de technologie verre van geslaagd, maar met de Intel-techniek kunnen robotstofzuigers eenvoudiger door een huis bewegen en drones zonder besturing door een piloot stroomkabels inspecteren. De potentie is dus enorm, maar de inzet tot nu toe verkeerd.
Het is niet duidelijk of drone-ontwikkelaars en fabrikanten van robots al bezig zijn met Realsense, maar Intel heeft de eerste stap in ieder geval gezet.