
Er zijn volgens een rechter in Almelo wel overeenkomsten met wettige betaalmiddelen, maar essentiële verschillen zorgen ervoor dat bitcoin niet geldig is als valuta.
De bitcoin heeft in Nederland eenzelfde soort status als goud en zilver, oordeelt de rechter.
De zaak draaide om een man die in augustus 2012 beloofde om 2.750 bitcoins te verkopen voor een prijs van ruim 22.000 euro, dus voor minder dan 10 euro per stuk. Hij leverde uiteindelijk slechts 990 bitcoins.
Sindsdien steeg de koers van de bitcoin zeer rap, tot een hoogtepunt van rond de 900 euro. Woensdag is één bitcoin ongeveer 360 euro waard. De 1.760 bitcoins die niet werden geleverd zouden nu dus ruim 600.000 euro waard zijn.
Valuta
De eiser in de zaak vroeg om een schadevergoeding van ruim 100.000 euro, als compensatie voor de gestegen koers. Als bitcoin wordt gezien als geld, zou de eiser inderdaad recht hebben op een vergoeding van de schade die is geleden door een koerswijziging in de tussentijd.
Bitcoin is echter geen geld omdat de digitale munt in een virtuele portemonnee wordt bewaard die eigendom van de gebruiker zelf is, en niet van een giro-instelling. “Naar het oordeel van de rechtbank is in geval van Bitcoins dan ook geen sprake van giraal geld”, schrijft de rechter.
Bovendien is alleen de euro een wettig betaalmiddel in Nederland, en bevestigde minister Jeroen Dijsselbloem (Financiën) onlangs ook dat de Staat bitcoin niet ziet als een geldige valuta.
De eiser krijgt dus geen schadevergoeding naar aanleiding van de koerswijziging. Wel moet de waarde die de niet-geleverde bitcoins in 2012 hadden alsnog worden vergoed.