
De vliegende 3d-printers moeten in de toekomst gebruikt worden om nucleair afval op te bergen of bijvoorbeeld beschadigde gebouwen te repareren.
De drone, die over vier rotoren beschikt, heeft twee chemicaliën aan boord die, wanneer ze samengevoegd worden een schuim van polymeer vormen; een kunstmatig alternatief voor leer. Een robotarm kan het schuim vervolgens rondspuiten.
De vliegende printer doet bijna alles zelf, is te zien in een video. In een test, bijgewoond door New Scientist, vliegt de drone na het invoeren van de coördinaten zelf naar het doel toe met behulp van gps-technologie.
Eenmaal daar, spuit de printerdrone het polymeren schuim op een doos, en vliegt het weer terug. Terwijl het schuim hard wordt vliegt een sterkere ‘collega-drone’ met zes rotoren naar dezelfde locatie toe om de doos op te pikken en mee te nemen.
De protoypen zijn nu nog klein. De ‘draagdrone’ weegt nu nog 2,5 kilo en kan dus ook niet erg veel dragen. Grotere versies zouden tot veertig kilo moeten kunnen optillen, aldus de onderzoekers. Ook hoopt het team de drones in de toekomst uit te rusten met zonnepanelen, zodat de drones zichzelf kunnen opladen.