Foto: PLOS ONE
Stefan Elfwing van de Okinawa Institute of Science and Technology publiceert zijn bevindingen in het wetenschappelijke tijdschrift PLOS ONE.
Elfwing gebruikte robotseks om te analyseren hoe dieren hun paringsgedrag aanpassen en ontwikkelen. De ontwikkeling van paringsrituelen duurt doorgaans jaren en duizenden generaties. Door gebruik te maken van robots en computermodellen, kon Elfwing de ontwikkeling versnellen.
Over het algemeen wordt volgens Elfwing aangenomen dat binnen een diersoort één paringsmethode ideaal zou zijn. Alleen de beste manier zou moeten blijven bestaan. Toch kennen veel dieren verschillend gedrag als het aankomt op voortplanting.
Robotknaagdieren
Uit het onderzoek met de robotknaagdieren ter grootte van een rat is gebleken dat wanneer de groep robots twee verschillende paringsmethodes hadden ze er het beste vanaf kwamen.
De robotknaagdieren beschikken over twee wielen, een camera om de energiebron en mogelijke sekspartners op te sporen, een infraroodpoort om te ‘paren’ en elektrische tanden om mee op te laden. Van tevoren waren de behoeftes om te paren en op te laden ingesteld. Laden staat gelijk aan het zoeken en eten van voedsel.
Foerageren
De robots ontwikkelden autonoom twee soorten gedrag. De ene groep, van ongeveer 75 procent, ging actief opzoek naar een sekspartner en gebruikte tussendoor de energiebron. De tweede groep, van ongeveer 25 procent, richtte zich vooral op het opladen van de accu (bij dieren foerageren genoemd, het regelmatig zoeken naar voedsel) en paarde alleen als de andere robot op de ideale positie en in de perfecte houding stond.
Na zeventig experimenten concludeert Elfwing dat de groepen waarbij beide vormen voorkwamen het fitst waren en het meeste ‘nageslacht’ zorgden.
Volgens de onderzoeker toont zijn experiment aan dat robots zeer geschikt zijn om het paringsgedrag van dieren na te bootsen en te onderzoeken. Elfwing wil nu kijken naar de rollen van mannetjes en vrouwtjes en de invloed van verschillende risico- en kostenoverwegingen.
Toekomstvisie: Een kijkje in het robotlab van de Universiteit Twente