Er zijn veel verschillende soorten databasetalen, maar ze kunnen breed worden onderverdeeld in drie hoofdtypen:
1. Gegevensdefinitie talen (DDL):
* Doel: Deze talen worden gebruikt om de structuur van een database te definiëren, inclusief het maken, wijzigen en verwijderen van tabellen, schema’s, indexen, gebruikers en andere databaseobjecten.
* Voorbeelden:
* Tabel maken: Definieert een nieuwe tabel met zijn kolommen en gegevenstypen.
* ALTER TABEL: Wijzigt de structuur van een bestaande tabel (bijvoorbeeld het toevoegen of verwijderen van kolommen).
* Drop -tabel: Verwijdert een tabel uit de database.
* Index maken: Maakt een index op een tabel om de prestaties van de query te verbeteren.
* Gebruiker maken: Maakt een nieuw gebruikersaccount met specifieke privileges.
* Gemeenschappelijke DDL -opdrachten: `Create`,` alter`, `drop`,` Grant`, `Revoke`
2. Gegevensmanipulatietalen (DML):
* Doel: Deze talen worden gebruikt om gegevens in een database te manipuleren, waaronder het invoegen, bijwerken, verwijderen en ophalen van gegevens.
* Voorbeelden:
* Insert in: Voegt nieuwe gegevens toe aan een tabel.
* update: Wijzigt bestaande gegevens in een tabel.
* Verwijderen van: Verwijdert gegevens uit een tabel.
* Selecteer: Haalt gegevens op uit een tabel op basis van specifieke criteria.
* Gemeenschappelijke DML -opdrachten: `Insert`,` update`, `delete`,` select`, `merge`,` truncate`
3. Gegevensbeheersingstalen (DCL):
* Doel: Deze talen worden gebruikt om de toegang tot en de beveiliging van gegevens in een database te beheersen. Ze beheren gebruikersrechten, sloten en andere beveiligingsinstellingen.
* Voorbeelden:
* Grant: Rechten rechten toewijst aan gebruikers of rollen.
* intrekken: Verwijdert privileges van gebruikers of rollen.
* commit: Slaat wijzigingen op die in de database zijn aangebracht.
* Rollback: Keert wijzigingen in de database terug.
* Gemeenschappelijke DCL -opdrachten: `Grant`,` Revoke`, `Commit`,` Rollback`, `SavePoint`,` Set Transaction`
Andere databasetalen:
* Query -talen: Deze talen zijn gespecialiseerd in het opvragen van gegevens, vaak gericht op efficiëntie en complexe gegevensmanipulatie. Voorbeelden zijn SQL (gestructureerde querytaal), NoSQL -querytalen zoals MongoDB Query Language (MQL) en Graph Database Query -talen zoals Cypher.
* Procedurele talen: Met deze talen kunnen gebruikers opgeslagen procedures en functies in een database maken, waardoor complexere logica en controle over databasebewerkingen bieden. Voorbeelden zijn PL/SQL (Oracle), T-SQL (Microsoft SQL Server) en MySQL-opgeslagen procedures.
* Gegevensdefinitie en manipulatietalen (DDL/DML): Sommige databasesystemen combineren DDL- en DML -functionaliteiten in één taal. Dit is gebruikelijk in NoSQL -databases waar het schema vaak flexibeler is.
Opmerking: De specifieke opdrachten en functies kunnen enigszins variëren tussen verschillende databasesystemen, maar de algemene categorieën en het doel blijven consistent.