Foto: Getty Images
Dat blijkt uit een reconstructie van the Wall Street Journal op basis van uitspraken van Greg Christie, de software-ontwerper die aan de eerste iPhone werkte.
Christie kreeg in februari 2005 van Jobs twee weken om met betere ideeën over de software te komen. Destijds was het team al maanden bezig met wat later de iPhone zou worden.
Jobs was ontevreden met de visie en vooruitgang en dreigde het project bij Christie weg te halen. “Jobs had het kort gezegd gewoon gehad”, aldus Christie. Onder die druk verzon het team onder meer het bekende ‘slide to unlock’ en de muziekspeler die met een touchscreen bestuurd kon worden. Uiteindelijk kenmerkend voor de telefoon.
Muziekspeler
Het idee voor een iPhone kwam op gang toen Steve Jobs in 1997 weer terugkeerde bij het bedrijf. Apple focuste zich op belangrijke producten zoals de iPod en keek naar telefoonfabrikant omdat Jobs bang was dat zij met een telefoon met ingebouwde muziekspeler zouden komen.
Om de concurrentie voor te zijn begon Apple in het grootste geheim te werken aan de eerste iPhone. Alle presentaties vonden plaats in een ruimte zonder ramen en het project kreeg de codenaam Purple. De omschrijving: Een telefoon met geïntegreerde muziekspeler en een touchscreen in plaats van toetsenbord.
In de presentatieruimte waren slechts een handvol werknemers toegestaan. Schoonmakers waren niet welkom. Bovendien moesten alle mensen die aan de iPhone werkten, thuis een computer in een aparte kamer gebruiken en alle bestanden en beelden over het apparaat versleutelen.
Marathon
Toen de deadline naderde en Jobs tevreden was met de ideeën van Christie begon wat hij omschrijft als een “marathon van tweeëneenhalf jaar”. “Alle onderdelen moesten opnieuw worden bekeken; van de manier waarop mail gelezen kon worden tot het weergeven van de agenda. Jobs was geobsedeerd door elk detail.”
De eerste iPhone werd uiteindelijk op 9 januari 2007 aangekondigd en lag in juni in de Verenigde Staten in de winkels.