De politie in Amsterdam heeft daarvoor een computersysteem ontwikkeld dat wekelijks nieuwe analyses maakt op basis van lokale en actuele data, het criminaliteitsanticipatiesysteem (CAS).
Daarbij worden externe gegevens, bijvoorbeeld over wijken en inwoners, aangevuld met informatie en kennis van de politie zelf over misdrijven en lokale situaties. Zo wordt onder meer informatie van het CBS en internet politieinformatie gebruikt.
Het systeem zoekt dan naar misdaden waar een patroon in te vinden is, zoals fietsendiefstal, inbraak en zakkenrollen. Op basis van de gegevens kan de politie zijn inzet in die buurten beter plannen, en bijvoorbeeld surveilleren of controleren wanneer dat het meest doeltreffend is.
Hotspots
Een proef in vier steden pakte goed uit en daarom wordt het systeem landelijk ingevoerd, maakte de politie maandag in Amsterdam bekend. Inmiddels gebruiken 94 basispolitieteams in Nederland deze lokale ´slimme hotspot-kaarten’ voor hun eigen buurt.
Het doel is dat eind dit jaar alle 168 basisteams meedoen. Nederland zou dan het eerste land zijn dat deze vorm van voorspellend politiebeleid heeft ingevoerd, aldus René Melchers, landelijk projectleider van het criminaliteitsanticipatiesysteem.
Niet duur
Hij noemt het nieuwe systeem ‘veelbelovend’, maar het moet nog wel verder ontwikkeld worden. ”Het is lastig om de resultaten met cijfers aan te tonen, want het is niet duidelijk hoeveel misdrijven er door worden voorkomen. Als uit de analyse blijkt dat ergens op een bepaald tijdstip veel straatroof is, kan de politie daar maar surveilleren zodat er minder berovingen zijn”, zei Melchers.
De invoering van het model kost volgens Melchers weinig geld, omdat het intern is ontwikkeld naar voorbeeld van een Amerikaans systeem. Het is ook niet bedoeld om te bezuinigen op personeel.