Persoonlijke informatie in het handelsregister hoeft niet na verloop van tijd worden verwijderd, zegt het Hof.
Het Hof oordeelde in een zaak van de Italiaanse bedrijfseigenaar Salvatore Manni. Hij had een contract om een toeristencomplex te bouwen, maar kon de appartementen hierop vervolgens niet verkopen. Volgens Manni was dat omdat iedereen kon zien dat een eerder bedrijf van hem in 2005 failliet was gegaan.
Volgens het Hof zijn de gegevens in het handelsregister bedoeld om een basis te bieden op de economische markt. Door het register te raadplegen, zouden bedrijven veiliger met anderen kunnen onderhandelen.
Omdat informatie in het handelsregister na een faillissement nog lange tijd relevant kan zijn voor andere partijen, is het volgens het Europees Hof moeilijk om te bepalen wanneer de data verwijderd kan worden. Het zou daarom niet mogelijk zijn een algemeen vergeetrecht hierop toe te passen.
Uitzonderingen
Europese lidstaten mogen volgens de rechter wel uitzonderingen maken. Na een lange periode mag toegang tot data in het handelsregister worden beperkt, mits de situatie daartoe roept.
Bij deze uitzonderingen moet volgens het Hof afzonderlijk worden gekeken. Daarnaast moet iedere Europese lidstaat zelf bepalen of ze dit willen doen.