Dat blijkt uit cijfers (pdf) van onderzoeksbureau GfK en domeinnamenbeheerder SIDN. Voor het onderzoek is speciale software gebruikt die kan meten wat een persoon doet per apparaat. Ook hebben er 4951 mensen meegedaan aan enquêtes.
Tabletbezitters gebruiken het apparaat minder uur per maand. In 2014 werd de tabket 28 uur per maand online gebruikt. In 2016 was dat 23 uur per maand. Het aantal mensen dat een tablet heeft is toegenomen van 56 procent in 2014 naar 59 procent in 2016.
Het GfK meldt dat de phablet mogelijk verantwoordelijk is voor de afname van het tabletgebruik. Een phablet is een smartphone met een groter scherm die qua formaat tussen de smartphone en de tablet past.
Smartphone- en pc-gebruik
Het smartphonegebruik is flink toegenomen. In 2014 werd de telefoon nog 29 uur per maand gebruikt. Dat was in 2016 zo’n 40 uur per maand. Ook het aantal mensen met een smartphone is gestegen: van 68 procent in 2014 naar tachtig procent in 2016.
De pc en de laptop, die hier worden gezien als één categorie, hebben ook moeten inleveren op het gebied van online gebruik. In 2014 werden deze apparaten gemiddeld 28 uur per maand gebruikt. Dat is in 2016 nog maar 25 uur per maand. Het bezit is met 98 procent onveranderd.
De respondenten geven aan de smartphone het meeste te gebruiken voor sociale media. Spellen en e-mail maken de top drie compleet. Uit het onderzoek blijkt verder dat consumenten over het algemeen minder apps gebruiken en websites bezoeken, maar wel langer online te vinden zijn. Onder laptop- en pc-gebruikers daalt de online tijd het meest.