De te ontwikkelen methodes moeten snel betrouwbare informatie uit een enorme hoeveelheid data kunnen opsporen. Het gaat bijvoorbeeld om het vinden en koppelen van biometrische kenmerken: als een verdachte op een groot aantal foto’s voorkomt, moet hij door zijn biometrische kenmerken – gezicht, kleding, postuur – kunnen worden herkend.
Vanuit Nederland doen onder meer het Nederlands Forensisch Instituut (NFI), TNO en de Universiteit van Amsterdam mee.
Een ander instrument waaraan het NFI wil gaan werken is het zogenoemde ‘weak signal detection’: kleine stukjes informatie die op zichzelf staand onbeduidend kunnen lijken, maar in groter verband essentieel kunnen blijken in de opsporing van verdachten. Bijvoorbeeld een codewoord dat criminelen gebruiken om activiteiten te verdoezelen.