Renaults robot-auto richt zich vooral op langzaamrijdend verkeer, bijvoorbeeld in grote steden of wegen met veel files. Bij hogere snelheden moet de bestuurder zelf het wiel overnemen.
De auto heeft sensoren aan de voor en achterkant, een camera in de achterbumper om te helpen parkeren, en het voertuig maakt gebruik van ultrasone geluiden om voorwerpen in de buurt te detecteren. Uiteraard zitten er ook genoeg mogelijkheden in voor de bestuurder om zelf de controle over de auto weer over te nemen.
Alleen veilige routes
De NEXT TWO kan uit zichzelf maximaal 30 kilometer per uur rijden, maar alleen als de route “veilig” wordt geacht door Renault. Er zouden dan geen voetgangers of fietsers op de weg moeten zijn, en het veranderen van rijbaan moet ook niet nodig zijn.
Door die beperkingen hoopt Renault te concurreren met andere zelfrijdende auto’s van bijvoorbeeld Google en Nissan, die weliswaar overal automatisch kunnen rijden maar een stuk duurder zijn. Renault zegt zelf dat de technologie relatief goedkoop te installeren is in de meeste van zijn auto’s.
‘Auto van de toekomst’
Renault wil de auto zelf ook niet verkopen, maar de technologie erachter. De NEXT TWO moet deel worden van de ‘auto van de toekomst’, een voertuig dat niet alleen zelf rijdt maar ook afspraken in de gaten houdt en daar de route op aanpast, of die parkeerplekken voor de deur zoekt en later met een smartphone-app kan worden opgeroepen.