De VVD wilde geld beschikbaar maken om gemeenten te laten experimenteren met elektronisch stemmen. Maar een initiatiefwet van VVD-Kamerlid Joost Taverne daartoe werd dinsdag verworpen door de Tweede Kamer.
In Nederland werd jarenlang elektronisch gestemd, maar de stemcomputers werden in 2007 afgeschaft omdat de beveiliging niet in orde bleek te zijn. In het VVD-voorstel zou gebruik worden gemaakt van computers die een papieren stembiljet uitprinten, dat door de kiezer kan worden gecontroleerd.
Die biljetten zouden vervolgens weer worden geteld door een machine. Volgens Taverne is dat nauwkeuriger en sneller dan handmatig tellen.
Hij kon echter niet op steun van andere grote partijen rekenen. Coalitiepartner PvdA uitte zich in 2014 nog positief, maar stemde dinsdag uiteindelijk tegen, samen met D66, PVV en SP. Onder meer GroenLinks, SGP en de ChristenUnie stemden wel voor het voorstel.
Kosten
In 2013 bracht een speciale commissie al een advies uit aan minister Ronald Plasterk (Binnenlandse Zaken), waarin de herinvoering van de stemcomputer werd aangeraden. De commissie schatte in dat hier 150 tot 250 miljoen euro voor opzij moest worden gezet, plus nog eens 6 à 10 miljoen euro per verkiezing.
Die kosten vinden verschillende partijen te hoog. Volgens PVV-Kamerlid Martin Bosma is er geen goede reden om miljoenen te investeren in het terugbrengen van de stemcomputer. “Het ademt een beetje de sfeer van: er zijn computers en dit zijn moderne tijden, dus moeten we dit ook maar doen, anders lopen we achter”, zei hij vorige maand tijdens een debat.
SP-Kamerlid Ronald van Raak uitte zich tijdens het debat kritisch over de fraudegevoeligheid van stemcomputers. En zijn PvdA-collega Astrid Oosenbrug waarschuwde voor “te veel optimisme en te weinig kritisch denkvermogen bij het invoeren van elektronisch stemmen”, zoals volgens haar de vorige keer gebeurde. “Zo’n fout moeten wij niet nog een keer maken.”