Onderzoeksbureau IHS heeft de SE uit elkaar gehaald en een berekening gemaakt van de kosten voor onderdelen en het in elkaar zetten van de telefoon, schrijft Recode maandag.
De 64 GB-versie van de SE zou zo’n 170 dollar kosten om te maken. Bij de berekening zijn niet de kosten voor onderzoek, marketing en transport opgenomen, maar enkel voor de productie en assemblage van componenten.
Volgens onderzoekers is de winstmarge van Apple op de 64 GB-versie groter dan die op de 16GB-variant van de SE. De 16 GB-versie van de SE ligt vanaf dinsdag voor 489 euro in de Nederlandse winkels. De versie met 64 GB opslagruimte gaat hier over de toonbank voor 589 euro.
Onderdelen
Voor de iPhone SE gebruikt Apple onderdelen die in eerdere iPhones ook werden gebruikt. De A9-processor is bijvoorbeeld gelijk aan die in de iPhone 6s.
Het 4 inch-scherm heeft een kostenplaatje van ongeveer 20 dollar. Dat is flink goedkoper dan het 4 inch-scherm van de iPhone 5s, die in 2013 nog voor 41 dollar werd geproduceerd.
De iPhone 6s kostte in september 2015 zo’n 210 dollar om te maken, berekende IHS eerder. Het 3D Touch-scherm was het duurste onderdeel van die smartphone. In verhouding met de SE lijkt de winstmarge op de 6s, die voor 749 euro wordt verkocht, een stuk hoger te zijn.
Verkopen
De iPhone SE is in het eerste weekend minder vaak verkocht dan voorgangers, schrijft de site Localytics. De SE heeft een Apple-martkaandeel van 0,1 procent bemachtigd.
De 6 en 6s Plus wist in het eerste weekend een 1 procent aandeel te behalen, terwijl de 6s in het eerste weekend al een marktaandeel van 3 procent had.