De eerste Macintosh werd geïntroduceerd op 24 januari 1984 tijdens een keynote-presentatie door Steve Jobs. Dezelfde dag kon de computer gekocht worden. Twee dagen eerder verscheen de iconische Macintosh-reclamevideo, geregisseerd door filmmaker Ridley Scott, die was geïnspireerd door het boek 1984. Indirect werd pc-koning IBM in die reclamespot neergezet als Big Brother.
Toen de Macintosh op de markt verscheen, kostte het apparaat 2495 dollar. Apple’s doel was het uitbrengen van een computer die de ‘gewone man’ kon betalen en gebruiken. Voor die prijs kocht je een systeem met een monochroom beeldscherm van 9 inch, een resolutie van 512 bij 342 pixels en een ppi-waarde van 72. Dit werd jarenlang gezien als de standaard voor web-afbeeldingen.
Tussen de jaren tachtig en het einde van de jaren negentig volgde tien verschillende Macintosh-varianten, sommige minder succesvol dan anderen. Aan het einde van de jaren negentig wist Apple echter opnieuw te scoren met de opvolger van zijn G4-computer. Met de bolvormige G5 introduceerde Apple het nog steeds gebruikte all-in-one-ontwerp, waarbij de computer zich achter het beeldscherm bevindt.
Apple’s eerder verschenen PowerBook-laptop werd hervormd tot de iBook en later tot MacBook. Ook verschenen de eerste Mac Pro-computers, als opvolger van de Power Mac. In 2005 breidde Apple zijn aanbod uit met de Mac mini, een kleine desktopcomputer.