Eerste indruk: Modulaire LG G5 voor fervente accuwisselaars

Veel eerdere smartphones van aluminium en glas moesten juist een belangrijke functie opofferen: waar het een aantal jaar geleden nog normaal was dat je je telefoonaccu kon verwisselen, maakte het ‘unibody-design’ van nieuwere modellen dat onmogelijk.

Over het geheel gezien is dat niet erg. Smartphones zijn in de afgelopen jaren een stuk mooier geworden, en op een terugkeer naar toestellen met flieberige klepjes aan de achterkant zit niemand te wachten. Maar het is wel degelijk handig om even snel je accu te verwisselen, in plaats van een extra batterypack met usb-kabel mee te slepen.

De belangrijkste vernieuwing van de G5 is dan ook de uitschuifbare accu, die nauwelijks opvalt als je het toestel voor het eerst oppakt. Alleen een kleine spleet in de behuizing en een knopje aan de zijkant van het toestel maken duidelijk dat de smartphone in tweeën kan worden gesplitst.

Daarvoor moet het toestel wel even worden uitgezet. Het was nóg toffer geweest als je de batterij snel kon verwisselen terwijl het toestel aan bleef (hot-swappen), maar dat is helaas niet mogelijk.

Het uitschuiven van de accu verloopt makkelijk, al is het een stuk moeilijker om de felgele batterij zelf van de onderkant van de telefoon los te krijgen. Daar is wat gepriegel en gewiebel voor nodig.

Door het nieuwe design kunnen ook accessoires (de ‘Friends’ van de G5) worden toegevoegd aan de smartphone. Zo heeft LG een extra accupack gemaakt waar ook fysieke cameraknoppen op zitten.

Die maakt het toestel aan de onderkant echter twee keer zo dik en zorgt verder niet voor nieuwe functies of een verbetering in de fotokwaliteit.

Ook is er een hifi-accessoire die ervoor moet zorgen dat geluid in betere kwaliteit naar de koptelefoonuitgang loopt. Voor het beperkte publiek dat high-res-audio belangrijk vindt is dat een aardige toevoeging. Het is onduidelijk of LG van plan is om nog meer insteekaccessoires beschikbaar te maken.

Een andere belangrijke vernieuwing van de G5 zit in de camera’s. Daarvan heeft het toestel er maar liefst drie: twee aan de achterkant, en één aan de voorkant.

Aan de achterkant zit een normale camera die foto’s schiet in een resolutie van 16 megapixels. Tijdens een beperkte eerste test leek de kwaliteit hiervan prima te zijn, al was het nog niet mogelijk om de camera bijvoorbeeld in het donker te testen.

De toevoeging van een tweede groothoeklens – waarmee foto’s in een resolutie van 8 megapixels worden vastgelegd – is leuk bedacht. In de camera-app van de G5 kun je met één druk op de knop wisselen tussen de twee lenzen, die allebei een totaal ander fotoresultaat opleveren.

De G5 heeft verder net als zijn voorganger een scherm met een resolutie van 2560 bij 1440 pixels, al is het formaat iets gekrompen naar 5,3 inch. Zoals verwacht zijn de specificaties weer wat opgekrikt, naar 4 GB werkgeheugen en een Snapdragon 820-processor.

Daar was in de praktijk nog weinig van te merken, en het LG-vlaggenschip van vorig jaar is met zijn Snapdragon 808 en 3GB werkgeheugen ook nog geen traag toestel.

Aan de achterkant van de G5 zit een vingerafdrukscanner die ook werkt als aan/uit-knop. Het lijkt te gaan om dezelfde scanner als in de LG Nexus 5X, die zeer snel en nauwkeurig werkt.

De software van LG lijkt niet substantieel veranderd, al kan het scherm van de G5 wel constant aan staan om de datum en tijd te tonen. Ook worden iconen getoond van apps die notificaties hebben gestuurd, maar de inhoud van de meldingen is niet te zien. Dat is een leuke, maar wel ietwat beperkte, toevoeging.

Het is ook nog onduidelijk wat voor invloed dat zal hebben op de accuduur. Sowieso is dat misschien wel het grootste vraagstuk van de G5: houdt het toestel het makkelijk de hele dag uit, of is het verwisselen van de uitschuifbare accu daadwerkelijk vaak nodig?

Het is nog niet bekend voor welke prijs de G5 in de winkel komt te liggen, maar een woordvoerder zegt dat de introductieprijs “hopelijk” hetzelfde zal zijn als die van de G4. Dat toestel verscheen in twee varianten, voor 649 en 699 euro.

Bij de G5 toonde LG ook nog zijn eigen VR-headset, de 360 VR. Deze virtualrealitybril met ingebouwd scherm wordt via een usb-kabel aan de G5 gekoppeld en kan dan 360-gradenvideo’s en -foto’s tonen.

Aan de bril hoeven niet veel woorden vuil te worden gemaakt. Je verwacht van zo’n groot techbedrijf als LG niet dat ze zo’n matig product aan het publiek op een techbeurs tonen. Hij zit pijnlijk op het hoofd, is gemaakt van materialen die op elk moment uit elkaar lijken te gaan vallen en biedt geen makkelijk systeem om scherp te stellen.

Het ‘zonnebrildesign’ zorgt ervoor dat je ogen niet volledig worden afgesloten van de buitenwereld, waardoor je niet totaal wordt ondergedompeld in de virtuele wereld.

Hoofdbewegingen worden bovendien zo traag gemeten dat je snel misselijk wordt na het opzetten van de bril. Eén exemplaar dat ik uitprobeerde dacht zelfs bewegingen op te merken als ik mijn hoofd stil hield.

De 360 VR van LG biedt minder functies aan dan zijn belangrijkste concurrent, de Gear VR van Samsung. Die bril heeft een heel eigen ecosysteem (aangelegd in samenwerking met Oculus), met inmiddels meer dan tweehonderd apps en games. De 360 VR kan alleen video’s en foto’s tonen, en doet verder hetzelfde als een Google Cardboard van twee tientjes.

De 360 VR heeft zelf een scherm terwijl de Gear VR het scherm van een Samsungtelefoon die je erin moet schuiven gebruikt. Mogelijk is de productieprijs van de 360 VR voor LG dus hoger vanwege dat eigen scherm. Een hogere verkoopprijs zou echter niet terecht zijn.