Met het akkoord gaat er in Europa één set privacyregels gelden, in plaats van achtentwintig verschillende regelgevingen. Er wordt al sinds 2012 over het pakket onderhandeld.
Met de nieuwe regels wordt het onder meer mogelijk voor de nationale privacywaakhonden om boetes uit te delen aan bedrijven, indien zij onzorgvuldig omgaan met de data van Europese burgers.
De regelgeving geldt voor alle bedrijven met klanten in de Europese Unie, dus niet alleen bedrijven die ook kantoor houden in een EU-lidstaat.
Boete
Het maximale bedrag waarvoor bedrijven kunnen worden beboet was lang een twistpunt tussen het Europees Parlement en de Europese landen. De partijen zijn nu akkoord met een maximum bedrag gelijk aan 4 procent van de wereldwijde jaaromzet van het bedrijf.
Daarnaast wordt het voor grote internetbedrijven en overheden verplicht een privacy officer aan te stellen, iemand die expliciet toeziet op naleving van de nieuwe regels. Daarbij wordt ook de doorgifte van gegevens van Europese burgers aan regeringen buiten de EU moeilijker gemaakt.
Volgens Eurocommissaris Andrus Ansip (Digitale Interne Markt) vormt het akkoord de basis voor de digitale toekomst van Europa. “We moeten privacy en databescherming niet zien als zaken die de economie belemmeren”, aldus Ansip tegenover Politico. “Ze zijn juist een essentieel competitief voordeel.”
Jonge gebruikers
Bedrijven die de gegevens van jongere Europeanen willen opslaan, zullen wanneer de regels ingaan bovendien expliciet toestemming moeten vragen aan de ouders. De leeftijd waarvoor dit geldt ligt niet vastgelegd; lidstaten mogen dit zelf vaststellen, maar moet liggen tussen de dertien en zestien jaar.
Verder wordt het zogenoemde ‘recht om vergeten te worden’ vastgelegd. In de praktijk was dat recht al van kracht; in 2014 oordeelde het Europees Hof namelijk dat zoekmachines resultaten die niet meer relevant of schadelijk zijn moeten verwijderen als de persoon daarom vraagt.
Stemming
D66-Europarlementarier Sophie in ‘t Veld is positief over de nieuwe regels. In ‘t Veld was de onderhandelaar namens de Europese liberale fractie (ALDE), en de enige Nederlander aan de onderhandelingstafel.
“Al met al ligt er een mooi pakket, maar het had sterker kunnen zijn als de Raad het niet op sommige punten afgezwakt had”, aldus In ‘t veld. ”Het is stuitend te zien dat nationale regeringen soms meer grote bedrijven en veiligheidsdiensten lijken te vertegenwoordigen dan op te treden als hoeders van fundamentele rechten en de rechtsstaat.”
Later deze week wordt er tijdens de commissie Burgerlijke Vrijheden (LIBE) nog op het voorstel gestemd. Daarna brengt het voltallige Europese Parlement zijn stem uit over het voorstel, tijdens een plenaire vergadering in januari of februari 2016.