
Dat meldt de New York Times woensdag op basis van NSA-documenten, experts en ambtenaren.
De technologie stelt de Amerikaanse geheime dienst in staat om computers te bereiken die door andere landen of organisaties juist offline worden gehouden, om zo cyberaanvallen te voorkomen. De NSA zou de speciale software hebben geïnstalleerd op zo’n 100.000 computers, verspreid over de hele wereld.
De software verstuurt radiosignalen via in het geheim toegebrachte hardware, zoals bijvoorbeeld USB-sticks of een printplaat. Die hardware kan door een spion worden aangebracht, maar ook door fabrikanten of handlangers van de VS.
Het signaal wordt vervolgens verstuurd naar een tussenstation dat kilometers verderop kan liggen.
De NSA noemt de techniek een “proactieve verdediging”, en zou de technologie onder meer hebben gebruikt om het Chinese leger, het Russische leger, drugskartels en handelsorganisaties binnen de Europese Unie te bespieden.
Voor zover bekend is de technologie niet binnen de VS zelf gebruikt.