
Dat meldt the Michigan Tech Research Institute (MTRI) dinsdag.
De MTRI werkt onder meer samen met het Amerikaanse ministerie voor Verkeer. Er wordt momenteel gebruikgemaakt van drie verschillende drones.
De Bergen Hexacopter is de grootste van de drie en weegt ruim 5 kilo. Het heeft zes propellers en een spanwijdte van 1,2 meter. De drone kan digitale camera’s als de Nikon D800 tillen en wordt daarom gebruikt voor het gedetailleerd in kaart brengen van wegen.
Zo is het mogelijk de diepte van kuilen in niet geasfalteerde wegen in te schatten, maar kan ook spoorvorming en andere reliëfvormen op wegen worden bekeken. De Hexacopter kost 5000 dollar.
Klein
Daarnaast wordt een DJI Phantom quadcopter gebruikt. Deze drone heeft vier propellers en is twee keer zo klein als de eerste drone. De kosten liggen dan ook op slechts 700 dollar en het apparaat weegt nog geen kilo. De DJI Phantom kan lichtere camera’s zoals de GoPro-camera meenemen.
MTRI experimenteert ook met de Crazyflie, een piepkleine drone van ongeveer tien gram die slechts 179 dollar kost. Deze kleine drone kan gebruikt worden in bijvoorbeeld riolen. Bovendien kan de drone in andere nauwe ruimtes kijken of het veilig is voor mensen om naar binnen te gaan.
Doel
Dat is dan ook één van de doelen van het 2,4 miljoen dollar kostende project. MTRI en de Amerikaanse overheid willen gevaarlijk werk door mensen beperken.
Daarnaast zou het controleren van wegen van reactief naar proactief kunnen gaan en kunnen verkeersopstoppingen beter in kaart worden gebracht zodat ze beter begrepen en voorkomen kunnen worden.
De nieuwe manier van onderzoek zou bovendien goedkoper zijn dan de huidige methodes. De drones worden bestuurd door getrainde piloten, maar kunnen waar nodig ook hun eigen weg vinden.