Dat oordeelde het Britse Hooggerechtshof vrijdag in een lopende rechtszaak tegen de regering, aangespannen door twee Britse parlementariërs.
De retentiewet dicteert dat providers in het land metadata van klanten een jaar bewaren.
De wet waarin de Britse bewaarplicht beschreven staat, werd in juli 2014 versneld ingevoerd. De voorgaande wetgeving, gebaseerd op het Europees recht, werd namelijk in april van dat jaar ongeldig verklaard door het Europese Hof van Justitie.
Volgens de twee aanklagers, Tom Watson en David Davis, was de noodwet die erop volgde een “belachelijk” vertoon van “valse spoed en compleet gefabriceerde noodzaak”.
De rechter ging een jaar na de invoering van de wet mee in het oordeel van de parlementariërs dat deze strijdig is met de Europese wet. De Britse regering krijgt tot eind maart 2016 de tijd om met nieuwe wetgeving te komen die wel voldoet. De Europese Commissie heeft reeds aangegeven niet met een nieuwe bewaarplicht op Europees niveau te komen.
In beroep
De Britse overheid laat weten in beroep te gaan tegen de uitspraak van het Hooggerechtshof, zo meldt The Guardian. De afschaffing van de wet zou volgens de regering de slagkracht van autoriteiten ernstig verhinderen.
Wereldwijd vinden daar sinds de onthullingen van NSA-klokkenluider Edward Snowden in 2013 discussies over plaats. Voorstanders zijn bang dat strengere regelgeving ervoor zorgt dat criminelen niet meer (tijdig) opgespoord kunnen worden.
Tegenstanders twijfelen aan de daadwerkelijke bijdrage die dergelijke aftapmogelijkheden tot dusver hebben geleverd aan het voorkomen van bijvoorbeeld terroristische aanslagen. In Nederland en België werd de bewaarplicht eerder dit jaar al ongeldig verklaard.