Robotonderzoekers van de Universiteit Twente hebben met hulp van de Europese ruimtevaartorganisatie ESA een technologie ontwikkeld waarmee de Robird autonoom en zonder hulp van een mens kan vliegen.
De Nederlandse robotroofvogel moet op een natuurlijke manier vogels verjagen waar dat nu nog gebeurt met lichtflitsen. In sommige gevallen worden vogels zelfs afgeschoten om problemen bij vliegvelden te voorkomen.
Met behulp van twee camera’s en een stroboscoop om bewegingen te vertragen is het gedrag van de vleugel van de robotvogel gemeten. De metingen werden gedaan in de windtunnel van de Universiteit Twente en in de vacuümkamer van de ESA.
Door de flapperende vleugels in beide omgevingen te analyseren, is het mogelijk om te berekenen wat voor invloed aerodynamica heeft op bewegingen. Het is de onderzoekers door de testen gelukt om de dynamica en mechanica van een flapperende vleugel in een computermodel te stoppen.
1,6 miljoen dollar
“Een autonome Robird is een grote stap vooruit, maar het is erg moeilijk om het krachtenspel van de vleugels in kaart te brengen”, zegt masterstudent Berend van der Grinten van de Universiteit Twente. Op dit moment wordt de Robird nog met de hand bestuurd.
In maart van dit jaar ontving Clear Flight Solutions een investering van 1,6 miljoen dollar van het Amerikaanse investeringsfonds Cottonwood Euro Technology Fund.
Schade
De schade die vogels toebrengen aan vliegvelden wereldwijd loopt volgens schattingen in de miljarden. Naast materiële schade kunnen botsingen tussen vogels en vliegtuigen tot ongelukken leiden.
Ook de agrarische sector, afvalverwerkingsbedrijven, havens en de olie- en gasindustrie hebben last van vogels.