Bestandsbeheer in Word 2010 heeft betrekking op alle acties die u onderneemt om uw Word-documenten te organiseren, op te slaan, te openen en te verwerken. Het is geen specifieke functie, maar eerder een verzameling functionaliteiten, waaronder:
* Nieuwe documenten maken: Een leeg document starten of een sjabloon gebruiken.
* Bestaande documenten openen: Lokaliseren en laden van eerder opgeslagen bestanden vanaf uw computer of netwerk.
* Documenten opslaan: Uw werk opslaan zodat u het later kunt terugvinden. Dit omvat het kiezen van een bestandsnaam, locatie en bestandstype (bijvoorbeeld .docx). Word 2010 biedt ook opties zoals AutoRecover, waarmee u uw werk met tussenpozen automatisch opslaat om gegevensverlies te voorkomen.
* Opslaan als: Een kopie van uw document opslaan onder een andere naam of op een andere locatie. Dit is cruciaal voor het maken van back-ups of verschillende versies van uw werk.
* Bestandseigenschappen beheren: Metagegevens aan uw document toevoegen, zoals auteur, trefwoorden en onderwerp. Dit helpt bij het organiseren en zoeken.
* Werken met meerdere documenten: Meerdere documenten tegelijkertijd openen en schakelen.
* Sluitingsdocumenten: Een document correct afsluiten en wijzigingen opslaan als daarom wordt gevraagd.
* Bestanden ordenen: Gebruik mappen en submappen om uw documenten logisch op uw computer te ordenen. Word 2010 beheert niet rechtstreeks mappen, maar integreert met de bestandsverkenner van het besturingssysteem.
* Bestandsherstel: Gebruikmaken van de ingebouwde herstelopties van Word om documenten te herstellen na onverwachte crashes of stroomuitval.
In wezen gaat bestandsbeheer in Word 2010 over het gebruik van de tools van de toepassing om uw documenten efficiënt te verwerken gedurende hun hele levenscyclus – van creatie tot opslag en ophalen. De specifieke interface voor deze acties is voornamelijk te vinden via het menu "Bestand" (de Microsoft Office-knop in de linkerbovenhoek). |