De gegevensbladweergave in Office 2000 (met name verwijzend naar toepassingen als Access) leek sterk op een spreadsheetprogramma als Excel, maar met databasespecifieke functies. Denken:
* Rijen en kolommen: Gegevens waren georganiseerd in rijen (records) en kolommen (velden). Dit was de belangrijkste visuele gelijkenis met Excel.
* Eenvoudig raster: Een duidelijk raster met celranden, waarin gegevens duidelijk worden weergegeven. Geen fancy opmaak- of stijlopties zoals je zou vinden in moderne versies.
* Beperkte opmaak: Je zou tekst in cellen waarschijnlijk vet of cursief kunnen maken, maar geavanceerde opmaak zoals celarcering of lettertypewijzigingen waren waarschijnlijk vrij beperkt.
* Navigatiebediening: Basisnavigatieknoppen of schuifbalken om door de records te bladeren. Mogelijk een weergave van de recordteller onderaan.
* Geen "lint": In plaats van de moderne lintinterface zouden menu's en werkbalken zijn gebruikt. Deze werkbalken bevatten waarschijnlijk opdrachten voor het bewerken, toevoegen, verwijderen en sorteren van gegevens.
In wezen was het een functionele, no-nonsense presentatie van gegevens in tabelvorm, waarbij prioriteit werd gegeven aan de duidelijkheid en het gemak van gegevensinvoer en -weergave. Het miste de visuele rijkdom en geavanceerde functies van moderne gegevensbladweergaven die je in nieuwere Office-versies aantreft. |