Vijf tips die Google Maps handiger maken

Simpel zoomen

Google Maps heeft één van de slimste bedieningsmethoden voor touchscreens, toch weten maar weinig mensen die te vinden. Waar inzoomen bij kaarten-apps simpel is, —dubbel tikken— heb je voor uitzoomen nog altijd twee vingers nodig. Dat is lastig als je Maps met één hand gebruikt.

Google heeft daar echter wat slims op gevonden. Tik twee keer met je duim of vinger op het scherm, en blijf bij de tweede tik op het scherm drukken. Vervolgens veeg je naar boven om uit te zoomen, en naar beneden om in te zoomen. Werkt zowel op Android als iOS, en is zo handig dat eigenlijk elke app met zoomfunctie het over zou moeten nemen.

Google Maps heeft één van de beste overzichten van plekken in de buurt: horeca, winkels, musea, parken enzovoorts. Maar het aantal symbooltjes op de kaart is zo groot dat het overzicht soms weg is. Gebruik dan de handige optie ‘Buurt verkennen’. Dat werkt het beste in de apps voor Android en iOS, en is te vinden in het zij-menu en als optie in de zoekbalk.

Google Maps toont plekken op loopafstand die op dat moment van de dag boeiend zijn: ‘s ochtends bakkerijen, ‘s middags lunchrooms, parken en musea, ‘s avonds restaurants, bioscopen en cafés. Je kunt de afstand en het moment van de dag makkelijk aanpassen, waarmee Maps verandert in een behoorlijk complete reisgids.

Street View is één van de leukste functies van Google Maps. Opvallend genoeg bekijken de meeste mensen eerst altijd plekken die ze juist wel kennen: hun eigen huis, hun oude buurt, basisschool of dorp. In Street View zit echter een tijdmachine verstopt. Door de jaren heen zijn de camera-auto’s van Google namelijk verschillende keren langs dezelfde plekken gereden en standaard toont Maps de meest recente beelden.

Klik in de webversie van Street View linksboven op het klokje, en je kan schakelen tussen alle opnames die Google van die plek heeft gemaakt. Zo kan je bijvoorbeeld vanaf de Stadhouderskade in Amsterdam met Streetview de verbouwing van het Rijksmuseum door de jaren heen volgen.

Juist op vakantie komt Google Maps goed van pas, maar voor je het weet ben je door je datalimiet heen. Gelukkig kun je kaarten makkelijk voor offline gebruik opslaan. Zoom daarvoor uit tot het deel van de kaart dat je wilt bewaren en selecteer dan het zoekvak. Scrol helemaal naar beneden en kies ‘Kaart opslaan voor offline gebruik’.

Geef je kaart een naam, en je kan vervolgens op dat deel van de kaart in- en uitzoomen en navigeren zonder een internetverbinding. Kaarten worden standaard 30 dagen bewaard onder het menuknopje ‘Mijn plaatsen’, waar je de kaarten ook handmatig kan beheren. Deze functie werkt hetzelfde op Android en iOS.

De webversie van Google Maps heeft verschillende handige opties onder een rechtermuisklik zitten. Klik ergens en je kan makkelijk een route naar dat punt plannen, of juist daar vandaan. Ook kun je de afstand op de kaart meten; dit gaat hemelsbreed en je kan meerdere punten na elkaar aanklikken. Bijvoorbeeld handig voor routes die Google niet in kaart heeft gebracht.

Ook kun je in de buurt zoeken, of Google vragen wat er op je gekozen punt te vinden is. Dit werkt het beste bij toeristische plekken, dan toont Maps een overzicht met foto’s van anderen.