Foto: ANP
Dat schrijft minister Ivo Opstelten (Veiligheid en Justitie) in een schriftelijke beantwoording van Kamervragen van D66. Eigenlijk zou het wetsvoorstel al dit jaar aan de Tweede Kamer worden voorgelegd.
D66-Kamerleden Berndsen-Jansen en Verhoeven stellen vragen naar aanleiding van het zogenoemde ‘terughacken’. De Nederlandse politie heeft in het verleden al bewust ingebroken op servers die van criminele inhoud verdacht werden.
Noodzakelijk
Dat gebeurde toen onder de verantwoordelijkheid van het Openbaar Ministerie, en na een machtiging van een rechter-commissaris. Omdat de locatie van server die werd gehackt toen onbekend was, was het hacken volgens politie en Openbaar Ministerie geoorloofd. Tot op heden is het terughacken nog niet in de Nederlandse wet vastgelegd.
Minister Opstelten wijst erop dat de term hacken in het Wetboek van Strafvordering niet voorkomt. Hij noemt het binnendringen van verdachte computernetwerken “noodzakelijk” voor de de opsporing van veel vormen van internetcriminaliteit.
De minister belooft dat het wetsvoorstel computercriminaliteit III zorgt dat de opsporingsautoriteiten kunnen meegroeien met nieuwe technische mogelijkheden. Hij noemt de mogelijkheid om informatie overal ter wereld op te slaan. Wel schrijft hij dat strikte voorwaarden en een bevel van de officier van justitie vereist zullen zijn bij het hacken van verdachte servers.
Blackshades
Een bekend geval waarbij de politie een buitenlandse server is binnengedrongen is de zaak Blackshades. Die is vernoemd naar de gelijknamige software waarmee malware kan worden ontwikkeld. Tegen de software loopt een groot internationaal onderzoek.
De Nederlandse politie hackte een Blackshades-server waarvan de locatie onbekend was, en kreeg daarvoor toestemming van het Openbaar Ministerie. Dit omdat de locatie van de server onbekend was. Huiszoekingen in Nederland en andere Europese landen waren het gevolg van die hack.
Het kabinet heeft al aangekondigd het aantal onderzoeken naar cybercrime uit te willen breiden. In 2015 zijn dat er naar verwachting 200, maar in 2018 moet het aantal onderzoeken zijn verhoogd tot 360 per jaar.