
Dat blijkt uit onderzoek van ABN Amro.
Aan de hand van het aanbod van alle 3d-webshops en gegevens van het bedrijf 3D Hubs gebruikt, dat een netwerk van 3d-printers in verschillende landen heeft opgebouwd, blijkt dat Nederlanders vooral sieraden laten printen.
Drie kwart van de mensen die iets heeft laten 3d-printen, koos minimaal één keer voor een sieraad. Speelgoed is met 54 procent ook populair. Het gaat dan hoofdzakelijk om zogeheten figurines, kleine beeldjes.
Thuisprinters slaan nog niet aan in Nederland. Exacte cijfers heeft ABN Amro niet, maar het vooral nog aan kennis ontbreken bij het brede publiek. “Bijvoorbeeld in welke formaten je een voorwerp kunt maken, hoe snel dat gaat, wat voor materialen er voorhanden zijn en wat het kost.”
Bestellen
Een groei in de markt voor 3d-printen wordt wel verwacht, maar dan voornamelijk dankzij bestellingen van consumenten. Dat kunnen eigen ontwerpen zijn of aangepaste objecten van ontwerpers.
“Op lange termijn ligt het scenario voor de hand dat de fotobranche de afgelopen jaren doorliep”, meent ABN. “Mensen zullen na verloop van tijd een eenvoudige, goed betaalbare thuisprinter kopen en hierop incidenteel kleine producten maken, in beperkte oplage.”
“Wie vaker, grotere of meer 3d-geprinte artikelen nodig heeft, regelt dit via een 3d-webshop of fysieke winkel.”
Bediening
Volgens het onderzoek ervaart de consument, zelfs als het bedieningsgemak omhoog gaat, nog steeds een kwaliteitskloof tussen een 3d-printer en de rest van zijn elektronica. Bovendien zou de relatief lange fabricagetijd van een 3d-geprint artikel een obstakel zijn.
De prijs is de afgelopen jaren wel flink afgenomen. De gemiddelde prijs van alle verkochte thuisprinters bedraagt 837 euro.