
Dat stellen onderzoekers zondagnacht tegenover Ars Technica.
Bitcoin is een gedecentraliseerde valuta, waarbij transacties worden bijgehouden door computers die speciale software draaien. In ruil hiervoor krijgen deze computers, zogenoemde ‘miners’, af en toe nieuwe bitcoins toegewezen. Het minen van bitcoin kan daardoor lucratief zijn.
Omdat transacties door een groot netwerk van computers worden verwerkt en gecontroleerd, kunnen deze niet of nauwelijks worden verstoord. Als de meerderheid van het bitcoin-netwerk ‘eerlijk’ transacties verwerkt, zullen deze worden geaccepteerd.
Blokkeren
Afgelopen donderdag wist het netwerk GHash maar liefst 51 procent van alle rekenkracht achter het bitcoin-netwerk te leveren. Daardoor was de munt even niet zo gedecentraliseerd als normaal en had het netwerk de mogelijkheid om voorheen onmogelijke acties uit te voeren.
Met meer dan 50 procent van de rekenkracht zou het bijvoorbeeld mogelijk kunnen zijn om één bitcoin twee maal uit te geven of om andere transacties te blokkeren. Bovendien zou een aanval kunnen worden uitgevoerd op het hele bitcoin-netwerk zelf.
“Een van de doelen van bitcoin was om een vrij systeem te zijn, onafhankelijk van de controle van één persoon. Met kleine mining-groepen heeft niemand die controle. Als iemand 51 procent in handen krijgt wel”, aldus onderzoeker Ittay Eyal van de universiteit Cornell tegenover Ars Technica.
Misbruik
Het is voor het eerst in de vijfjarige geschiedenis van bitcoin dat een netwerk 51 procent van de rekenkracht in handen krijgt. Er is echter geen bewijs dat deze macht is misbruikt.
Volgens hoogleraar cryptografie Matt Green van de Johns Hopkins-universiteit in Baltimore zou het nog steeds opvallen als GHash zijn macht probeerde te misbruiken, en is dit daarom geen rampscenario.
“Desalniettemin is de veiligheid van bitcoin er van afhankelijk dat geen enkele miner dicht bij een meerderheid komt. Dat uitgangspunt wordt nu overtreden.”