Telecomproviders waren in Nederland tot 2015 verplicht om gegevens over hun klanten op te slaan. Het ging onder meer om ‘metadata’ over contact tussen telefoonnummers, ip-adressen en locatiegegevens van smartphonegebruikers.
In 2014 besloot het Europees Hof dat de Europese bewaarplicht te ver ging. Een jaar later bevestigde een rechter in Den Haag dat er ook een streep door de Nederlandse wet moest.
Vorig jaar stuurde het kabinet echter een nieuwe versie van de bewaarplichtwet naar de Kamer, waarin extra waarborgen werden geïntroduceerd. Een rechter moet bijvoorbeeld toestemming geven voordat gegevens kunnen worden ingezien, en gegevens moeten op Europees grondgebied worden opgeslagen.
Gericht
In december 2016 volgde vervolgens een nieuwe uitspraak van het Europees Hof, waarin werd besloten dat een algemene bewaarplicht niet is toegestaan. Er mogen wel gegevens worden opgeslagen die kunnen worden gebruikt in de strijd tegen misdaad, maar dat moet dan gericht en tijdelijk gebeuren. Het Hof gaf geen exacte criteria waar een bewaarplicht aan moet voldoen, maar volgens verschillende experts voldoet het nieuwe Nederlandse voorstel niet aan de eisen.
Minister Stef Blok (Veiligheid en Justitie) schrijft vrijdag aan de Tweede Kamer dat hij de gevolgen van de uitspraak nader laat onderzoeken, in overleg met opsporingsinstanties, het Openbaar Ministerie en andere EU-lidstaten. “Het arrest is niet alleen van groot belang voor Nederland maar ook voor de andere lidstaten van de Europese Unie”, schrijft de minister.
Het is onduidelijk hoe lang dit onderzoek gaat duren, maar voorlopig lijkt verder behandeling van het wetsvoorstel van de baan.