EU-landen gaan woensdag in Brussel in debat over een nieuwe provisie waarmee de voorgestelde roamingregels worden aangepast. Nederland en dertien andere landen willen het huidige voorstel veranderen, blijkt uit een document dat zij samen opstelden. De NOS berichtte hier eerder op woensdag al over.
Europese providers mogen vanaf 15 juni 2017 niet langer geld van klanten vragen voor het gebruik van internet in het buitenland. Het wordt hierdoor mogelijk om data binnen een Nederlands abonnement zonder extra kosten in andere EU-landen te gebruiken.
De providers moeten de roamingkosten onderling wel met elkaar verrekenen, iets waar maximaal 0,85 eurocent per megabyte (8,50 euro per gigabyte) voor gevraagd kan worden. Dit bedrag zou vaak hoger liggen dan de daadwerkelijk gemaakte kosten.
Veertien landen vrezen dat deze relatief hoge groothandelskosten worden doorberekend aan de consument, door abonnementsprijzen te voorkomen. De maximumtarieven moeten daarom omlaag, vinden zij.
Behalve Nederland pleiten ook België, Denemarken, Estland, Finland, Ierland, Letland, Litouwen, Oostenrijk, Polen, Roemenië, Slovenië, Zweden en het Verenigd Koninkrijk voor verlaging van de tarieven.
Verhoging
Spanje wil precies het tegenovergestelde, meldt Reuters. Dat land wil op de korte termijn hogere groothandelstarieven van 10,50 euro per gigabyte. Dat zou geleidelijk worden verlaagd tot 6,50 euro in 2021.
Het Spaanse plan zou een concessie zijn aan providers, die bang zijn dat de afschaffing van roamingkosten voor verliezen gaat zorgen. Met name in vakantielanden verdienen providers momenteel veel aan buitenlanders die betalen voor toegang tot het netwerk. Een groot deel van die kosten zou wegvallen.
Door de brede steun voor verlaging van de groothandelstarieven lijkt het onwaarschijnlijk dat het voorstel van Spanje veel steun zal vinden. Vermoedelijk zal in december een definitieve beslissing worden gemaakt. Dan zijn de telecomministers van alle Europese lidstaten bijeen voor een overleg.