Application service provisioning is het proces van het automatisch configureren en inzetten van de noodzakelijke middelen en infrastructuur die nodig zijn om een applicatie in een productie- of testomgeving te laten draaien. Het omvat alles, van het opzetten van de onderliggende servers en netwerkcomponenten tot het installeren van de applicatie zelf, het configureren van de afhankelijkheden ervan en het toegankelijk maken ervan voor gebruikers.
Hier volgt een overzicht van de belangrijkste aspecten:
* Automatisering: Het kernprincipe is automatisering. Handmatige inrichting is traag, foutgevoelig en inefficiënt. Geautomatiseerde provisioning maakt gebruik van scripts, tools en platforms (zoals Infrastructure-as-Code) om het hele proces te stroomlijnen.
* Infrastructuur: Dit omvat servers (virtueel of fysiek), databases, opslag, netwerkconfiguraties, load balancers en andere ondersteunende componenten. Het inrichtingsproces zorgt ervoor dat deze correct worden geconfigureerd en met elkaar zijn verbonden.
* Applicatie-implementatie: Nadat de infrastructuur gereed is, wordt de applicatie zelf (inclusief de code, afhankelijkheden en configuraties) geïmplementeerd. Vaak gaat het hierbij om geautomatiseerde implementatiepijplijnen en continue integratie/continue levering (CI/CD)-praktijken.
* Configuratiebeheer: Provisioning zorgt ervoor dat de applicatieomgeving correct is geconfigureerd volgens de vereisten. Dit kunnen omgevingsvariabelen, beveiligingsinstellingen en resourcelimieten zijn.
* Schaalbaarheid en elasticiteit: Moderne provisioningsystemen ondersteunen vaak schaalbaarheid en elasticiteit. Dit betekent dat de infrastructuur automatisch kan worden opgeschaald of verkleind op basis van de vraag, waardoor een optimaal gebruik van hulpbronnen en kostenefficiëntie wordt gegarandeerd.
* Zelfbediening: In veel organisaties biedt application service provisioning ontwikkelaars of ander geautoriseerd personeel de mogelijkheid om zelf resources aan te vragen en aan te bieden, zonder dat daar telkens IT-activiteiten bij betrokken hoeven te worden. Dit versnelt de ontwikkelings- en implementatiecycli.
Voorbeelden van tools en technologieën die worden gebruikt bij het leveren van applicatieservices:
* Infrastructuur als code (IaC): Tools als Terraform, Ansible, Chef, Puppet en CloudFormation worden gebruikt om de infrastructuur op een declaratieve manier te definiëren en te beheren.
* Containerisatie (Docker, Kubernetes): Deze technologieën vereenvoudigen het verpakken en implementeren van applicaties, waardoor de inrichting efficiënter en draagbaarder wordt.
* Cloudplatforms (AWS, Azure, GCP): Deze platforms bieden ingebouwde services voor geautomatiseerde inrichting en beheer van verschillende bronnen.
* CI/CD-pijplijnen (Jenkins, GitLab CI, Azure DevOps): Deze automatiseren de bouw-, test- en implementatieprocessen en integreren naadloos met de levering van applicatieservices.
Kortom, application service provisioning is het geautomatiseerde beheer van de gehele levenscyclus van de onderliggende infrastructuur van een applicatie en de implementatie ervan, wat leidt tot snellere implementaties, verbeterde betrouwbaarheid en grotere efficiëntie. |