Een processorlicentie verleent in het kader van software het recht om een specifiek stuk software te gebruiken op een bepaald aantal processors (of cores) binnen een computersysteem. Het is een type softwarelicentie dat verschilt van licenties per gebruiker of per machine. In plaats van zich te concentreren op het aantal mensen of computers dat de software gebruikt, beperkt het het gebruik op basis van de verwerkingskracht die beschikbaar is voor de software.
Bijvoorbeeld:
* Een licentie "per processor": Mogelijk kan de software op twee processors worden uitgevoerd, wat betekent dat u deze legaal op een dual-core machine kunt installeren, maar niet op een quad-core machine zonder extra licenties aan te schaffen. Dit komt steeds minder vaak voor nu de meeste applicaties zijn ontworpen om alle kernen ten volle te benutten.
* Een "per-core" licentie: Vergelijkbaar met per-processor, maar gedetailleerder. Het specificeert het aantal *individuele* processorkernen waarop de software kan draaien. Voor een systeem met een 8-coreprocessor zijn acht licenties nodig als dit type licentie wordt gebruikt.
Processorlicenties worden vaak gebruikt voor high-performance computing (HPC)-software of andere veeleisende toepassingen waarbij de rekenwerklast aanzienlijk is en de kosten van de software rechtstreeks verband houden met de benodigde verwerkingsbronnen. Dit helpt leveranciers hun software op de juiste manier te prijzen op basis van de rekenkracht die de klant gebruikt. Ze komen steeds minder vaak voor omdat softwarelicentiesystemen zich steeds meer richten op andere maatstaven, zoals gelijktijdige gebruikers of gebruikersrollen. |