UPS staat voor Uninterruptible Power Supply . Het is een apparaat dat noodstroom levert aan een computer en andere aangesloten apparatuur wanneer de primaire stroombron (zoals de elektriciteit uit het elektriciteitsnet) uitvalt.
Hier is hoe het werkt:
1. Normale werking: Wanneer de hoofdvoeding is ingeschakeld, laadt de UPS voortdurend de interne batterij op. Het fungeert ook als een stroomconditioner en filtert spanningspieken en -pieken weg die uw computer kunnen beschadigen. De stroom uit het stopcontact wordt rechtstreeks naar uw computerapparatuur geleid.
2. Stroomstoring: Wanneer de hoofdstroom uitvalt, schakelt de UPS direct over op batterijvoeding. Dit zorgt voor een naadloze overgang, waardoor wordt voorkomen dat uw computer abrupt wordt afgesloten en mogelijk gegevens verliest. De batterij levert gedurende een beperkte tijd back-upstroom, doorgaans variërend van enkele minuten tot een uur, afhankelijk van de grootte van de UPS en het stroomverbruik van de aangesloten apparatuur.
3. Afsluiten: Zodra de batterij leeg begint te raken, geeft de UPS vaak een waarschuwingssignaal (zoals een alarm of softwaremelding) en schakelt vervolgens uw computer veilig uit om gegevensverlies te voorkomen. Dit vermijdt het risico van een plotseling stroomverlies, waardoor bestanden of hardware beschadigd kunnen raken.
Kortom, een UPS beschermt uw computer en gegevens tegen stroomuitval, waardoor u uw werk veilig kunt opslaan en goed kunt afsluiten. De lengte van de back-upstroom is cruciaal; een grotere, duurdere UPS biedt langere back-uptijd en kan meer apparatuur ondersteunen. |