Gegevens in een Excel-werkblad worden opgeslagen in een raster van cellen . Elke cel heeft een uniek adres (bijvoorbeeld A1, B2, C3) en kan verschillende gegevenstypen bevatten, waaronder getallen, tekst, datums, formules en meer. Deze rasterstructuur is van fundamenteel belang voor de manier waarop Excel gegevens organiseert en manipuleert. De onderliggende opslag is een bestand (meestal .xlsx of .xlsm) dat deze rastergegevens bevat, samen met opmaakinformatie, macro's (indien aanwezig) en andere metagegevens. |