Complexe afbeeldingen maken vaak gebruik van verschillende informatieformaten, afhankelijk van de aard en het doel van de afbeelding. Deze formaten kunnen grofweg worden gecategoriseerd als:
1. Gegevensformaten: Dit zijn de grondstoffen waaruit de graphic is opgebouwd.
* Numerieke gegevens: Dit vormt de basis voor veel complexe afbeeldingen, waaronder diagrammen, grafieken en wetenschappelijke visualisaties. Formaten zijn onder meer:
* CSV (door komma's gescheiden waarden): Eenvoudig, breed compatibel formaat voor tabelgegevens.
* TSV (door tabs gescheiden waarden): Vergelijkbaar met CSV, maar gebruikt tabbladen als scheidingstekens.
* JSON (JavaScript-objectnotatie): Een voor mensen leesbaar formaat voor het weergeven van gestructureerde gegevens, dat vaak wordt gebruikt bij webapplicaties en API's.
* XML (Extensible Markup Language): Een complexere opmaaktaal voor het structureren van gegevens, vaak gebruikt in gespecialiseerde toepassingen.
* Databases (SQL, NoSQL): Voor zeer grote datasets bieden databases efficiënte opslag en opvraging. Graphics kunnen op verzoek gegevens uit een database halen.
* Binaire formaten (bijvoorbeeld HDF5, NetCDF): Efficiënte opslag voor grote numerieke datasets, vooral gebruikelijk in wetenschappelijk computergebruik.
* Ruimtelijke gegevens: Voor geografische informatiesystemen (GIS) en kaarten:
* Vormbestanden: Een verzameling bestanden waarin geografische kenmerken worden opgeslagen.
* GeoJSON: Een formaat voor het coderen van geografische datastructuren in JSON.
* GeoTIFF: Een indeling die georuimtelijke metagegevens toevoegt aan TIFF-afbeeldingsbestanden.
* KML/KMZ: Keyhole Markup Language/Zipped KML, gebruikt door Google Earth.
* Afbeeldingsgegevens: Afbeeldingen bevatten vaak afbeeldingen als onderdeel van de visualisatie.
* Rasterformaten (bijvoorbeeld PNG, JPEG, TIFF): Geef afbeeldingen weer als een raster van pixels.
* Vectorformaten (bijvoorbeeld SVG, AI, EPS): Geef afbeeldingen weer als wiskundige beschrijvingen van vormen, waardoor schaalbare weergave van hoge kwaliteit mogelijk is.
2. Metagegevensformaten: Informatie *over* de gegevens en de afbeelding zelf.
* XML, JSON: Vaak gebruikt om beschrijvende metagegevens in het grafische bestand of bijbehorende bestanden in te sluiten. Dit kan informatie omvatten over gegevensbronnen, eenheden, aanmaakdatum, auteur, enz.
3. Grafische/visualisatiespecifieke formaten: Indelingen die zijn ontworpen om de structuur en eigenschappen van de visualisatie op te slaan.
* Native formaten van vectorafbeeldingseditors (bijvoorbeeld de AI van Adobe Illustrator, de SVG van Inkscape): Bewaar gedetailleerde vectorafbeeldingsinformatie, inclusief vormen, paden en stijl.
* Interactieve visualisatieformaten (bijv. HTML, JavaScript, WebGL): Wordt gebruikt om interactieve webgebaseerde afbeeldingen te maken. Deze formaten bevatten vaak gegevens en metagegevens of linken naar externe gegevensbronnen.
De keuze van het formaat hangt af van de specifieke behoeften van de applicatie, de omvang en complexiteit van de gegevens, het vereiste niveau van interactiviteit en compatibiliteit met software en tools die worden gebruikt voor het maken en bekijken. Bij complexe afbeeldingen gaat het vaak om een combinatie van deze formaten die samenwerken. |