Tijd functies worden gebruikt bij het formatteren van een Microsoft Excel spreadsheet om data weer te geven in verschillende formaten , alsook aan andere tijd operaties uit te voeren . Deze functies worden automatisch de waarden in een cel in te voeren binnen de speciaal opgemaakte tijdstempel wanneer de spreadsheet wordt gewijzigd of handelingen worden uitgevoerd . Tijd functies zijn eenvoudig uitgevoerd en geen geavanceerde kennis van Excel of spreadsheets niet nodig . = NU ( ) Markeer een cel en voer de formule = NU ( ) om de huidige tijd weer te geven van de computer klok . De cel zal dan automatisch elke keer dat het werkblad wordt geopend updaten , wordt de spreadsheet herberekend , of een item wordt toegevoegd aan of gewijzigd in de spreadsheet . Bijvoorbeeld , markeer een cel en voer = NU ( ) . Klik in een andere cel in het werkblad en voer een eenvoudige formule , zoals = 1 +1 . Na het drukken op " Enter " te vergrendelen in de nieuwe data , Excel werkt de time functie , evenals de berekening van de nieuwe data . = TIME ( ) De TIJD ( ) functie geeft een reeks getallen als een specifieke waarde van tijd , vertegenwoordigd in een uur , minuut, seconde -formaat . Het uur accepteert getallen tussen 0 en 23 , terwijl de getallen tussen 0 en 59 zijn geldig in de minuut en de tweede componenten. Bijvoorbeeld , markeer een cel en voer = TIME ( 3,31,2 ) . Na het verplaatsen van de cel , het resultaat wordt weergegeven als 03:31:02 = TIJDWAARDE ( ) De TIJDWAARDE functie converteert een tijd uitdrukking in een rationaal getal . Bijvoorbeeld , markeer een cel en voer = TIJDWAARDE ( " 03:31:02 " ) . Na het verplaatsen van de cel , de berekening geeft het resultaat 0,146550926 . Als de formule blijft in de tijdsindeling weer te geven , klik met de rechtermuisknop op de cel en kies "Celeigenschappen " uit de lijst met short - cut menu-opties . Selecteer " Algemeen ", " Tekst " of " Nummer " om de formule resultaten als een rationeel getal weer te geven . = UUR ( ) , = MINUUT ( ) , = TWEEDE ( ) op < br Excel > UUR , minuten en seconden functies bepalen de specifieke tijd waarden van een eenheid van tijd . De UUR functie geeft een geheel getal van 0 tot 23 , waarbij 0 staat gelijk aan middernacht en 23 vertegenwoordigt 23:00 De minuten en seconden functies werken op dezelfde manier , de terugkeer minuten en seconden als gehele getallen tussen 0 en 59 . Met dezelfde tijd als een voorbeeld , = UUR ( " 03:31:02 " ) geeft de waarde van 3 , = MINUUT ( " 03:31:02 " ) geeft de waarde van 31 en = tweede ( " 3:31 : 02 " ) geeft de waarde van 2 . |