Tijdens de coderingsfase van informatieverwerking worden ruwe sensorische gegevens omgezet in een formaat dat de hersenen kunnen begrijpen en opslaan. Dit brengt een aantal belangrijke veranderingen met zich mee:
* Selectie: Niet alle sensorische informatie is gecodeerd. We letten selectief op bepaalde stimuli en negeren andere op basis van factoren als relevantie, nieuwheid en intensiteit.
* Transformatie: De ruwe sensorische input (bijvoorbeeld lichtgolven, geluidsgolven, chemische moleculen) wordt omgezet in neurale representaties. Hierbij zijn gespecialiseerde receptoren en neurale routes betrokken die de fysieke stimuli vertalen in patronen van neurale activiteit. Lichtgolven die het netvlies raken, worden bijvoorbeeld omgezet in elektrische signalen die vervolgens door verschillende hersengebieden worden verwerkt.
* Vereenvoudiging: De gecodeerde informatie is vaak een vereenvoudigde versie van de oorspronkelijke stimulus. Details gaan verloren en de informatie wordt georganiseerd in betekenisvolle brokken of patronen. Dit is een noodzakelijk proces omdat de hersenen een beperkte capaciteit hebben.
* Interpretatie: Het coderingsproces omvat het interpreteren van de sensorische informatie op basis van bestaande kennis, verwachtingen en context. Dit betekent dat wat wordt gecodeerd geen puur objectieve weergave van de stimulus is, maar eerder een subjectieve interpretatie, gevormd door eerdere ervaringen.
Kortom, de coderingsfase is niet simpelweg een passieve registratie van sensorische informatie. Het is een actief proces van selectie, transformatie, vereenvoudiging en interpretatie dat vormgeeft aan wat uiteindelijk wordt opgeslagen en onthouden. |