Het doel van stuurprogrammasoftware is om te fungeren als vertaler tussen het besturingssysteem (OS) en een hardwareapparaat. Zonder stuurprogramma's zou het besturingssysteem niet kunnen communiceren met de hardware en deze niet kunnen besturen. Hier is een overzicht:
* Communicatie: Stuurprogramma's bieden de nodige instructies zodat het besturingssysteem met de hardware kan communiceren. Hierdoor kan het besturingssysteem opdrachten naar het apparaat sturen en gegevens terug ontvangen.
* Bronnenbeheer: Stuurprogramma's beheren de bronnen die de hardware nodig heeft, zoals geheugen, interruptverzoeken en I/O-poorten. Ze zorgen ervoor dat de hardware krijgt wat hij nodig heeft om goed te functioneren zonder andere apparaten of het besturingssysteem zelf te verstoren.
* Abstractie: Stuurprogramma's abstraheren de complexiteit van de hardware, weg van het besturingssysteem en de applicaties. Dit betekent dat programmeurs de ingewikkelde details van hoe een specifiek hardwareapparaat werkt niet hoeven te begrijpen om het te kunnen gebruiken. Ze kunnen ermee communiceren via een gestandaardiseerde interface die door de bestuurder wordt aangeboden.
* Functionaliteit: Stuurprogramma's maken de specifieke functionaliteit van de hardware mogelijk. Met een stuurprogramma voor een grafische kaart kan het besturingssysteem bijvoorbeeld afbeeldingen op het scherm weergeven, en met een printerstuurprogramma kunt u documenten naar een printer verzenden.
In essentie maken stuurprogramma's hardwareapparaten bruikbaar voor het besturingssysteem en de applicaties. Zonder deze zou uw computer geen randapparatuur zoals printers, toetsenborden, muizen, grafische kaarten, geluidskaarten en vele andere essentiële componenten kunnen gebruiken. |