Software Quality Assurance (SQA) is een systematisch proces dat tot doel heeft te voorkomen dat softwaredefecten überhaupt optreden en ervoor zorgt dat de software gedurende de gehele levenscyclus aan gespecificeerde eisen en kwaliteitsnormen voldoet. Het is een proactieve aanpak, in tegenstelling tot Kwaliteitscontrole (QC), die reactief is en zich richt op het vinden van defecten *nadat* de software is gebouwd.
SQA omvat een breed scala aan activiteiten, waaronder maar niet beperkt tot:
1. Planning en normen:
* Kwaliteitsnormen definiëren: Het stellen van specifieke, meetbare, haalbare, relevante en tijdgebonden (SMART) doelen voor de kwaliteitskenmerken van de software (bijvoorbeeld prestaties, beveiliging en bruikbaarheid).
* Een plan voor kwaliteitsborging maken: Het schetsen van de processen, methoden en middelen die nodig zijn om de gedefinieerde kwaliteitsnormen te bereiken. Dit omvat het definiëren van rollen en verantwoordelijkheden.
* Een beoordelingsproces opzetten: Het definiëren van procedures voor codebeoordelingen, ontwerpbeoordelingen en andere vormen van kwaliteitscontroles.
* Statistieken definiëren en beheren: Het volgen van Key Performance Indicators (KPI's) om de effectiviteit van het SQA-proces te monitoren.
2. Preventie en vroege detectie:
* Vereistenanalyse en beoordeling: Ervoor zorgen dat de vereisten duidelijk, consistent, volledig en testbaar zijn.
* Ontwerprecensies: Het evalueren van de architectuur en het ontwerp van de software op mogelijke fouten voordat het coderen begint.
* Codebeoordelingen (peer reviews): Andere ontwikkelaars de code laten onderzoeken op bugs, kwetsbaarheden en naleving van codeerstandaarden.
* Statische analyse: Het gebruik van geautomatiseerde tools om potentiële problemen in de code te identificeren zonder deze daadwerkelijk uit te voeren.
* Teststrategieën en planning: Het definiëren van een uitgebreide teststrategie die verschillende testniveaus (eenheid, integratie, systeem, acceptatie) en soorten testen (functioneel, prestatie, beveiliging, bruikbaarheid) omvat.
3. Testen en verificatie:
* Eenheidstesten: Het testen van individuele componenten of modules van de software.
* Integratietesten: Het testen van de interactie tussen verschillende modules.
* Systeemtesten: Het testen van het gehele softwaresysteem als geheel.
* Gebruikersacceptatietesten (UAT): Door eindgebruikers de software te laten testen om er zeker van te zijn dat deze aan hun behoeften voldoet.
* Prestatietesten: Het beoordelen van de snelheid, schaalbaarheid en stabiliteit van de software onder verschillende belastingen.
* Beveiligingstests: Het identificeren en beperken van beveiligingsproblemen.
* Bruikbaarheidstesten: Het evalueren van het gebruiksgemak en de gebruikerservaring van de software.
* Regressietesten: Ervoor zorgen dat nieuwe wijzigingen geen nieuwe bugs hebben geïntroduceerd of bestaande functionaliteit hebben verbroken.
4. Continue verbetering:
* Tracking en analyse van defecten: Het identificeren van de hoofdoorzaken van defecten om te voorkomen dat soortgelijke problemen zich in de toekomst voordoen.
* Procesverbetering: Regelmatig evalueren en verbeteren van de SQA-processen om de effectiviteit en efficiëntie te vergroten.
* Metrische analyse: Analyseren van gegevens die tijdens het proces zijn verzameld om verbeterpunten te identificeren.
In wezen gaat het bij SQA om het vanaf het begin inbouwen van kwaliteit in de software, in plaats van te proberen dit achteraf te repareren. Het omvat een gezamenlijke inspanning van het hele ontwikkelingsteam en is gericht op het voorkomen van defecten, het garanderen van compliance en uiteindelijk het leveren van software van hoge kwaliteit die voldoet aan de behoeften en verwachtingen van de gebruiker. |