In het X Window-systeem regelt een client-servermodel hoe applicaties (clients) omgaan met het beeldscherm (server). Het is geen enkel programma, maar een fundamenteel architectonisch ontwerp.
Hier is een overzicht:
* X-server: Dit is het kernonderdeel dat op de weergavemachine draait. Het beheert de weergavehardware (scherm, toetsenbord, muis), het tekenen van afbeeldingen, het verwerken van invoergebeurtenissen en het beheren van vensters. Zie het als de centrale ‘tekentafel’ en gebeurtenishandler. Het draait altijd op de weergavemachine.
* X Klanten: Dit zijn toepassingen (zoals een webbrowser, teksteditor of game) die de X-server verzoeken afbeeldingen weer te geven en gebruikersinvoer te verwerken. Ze hebben geen directe toegang tot de hardware; in plaats daarvan communiceren ze met de X-server via netwerkprotocollen (meestal lokaal, maar kan ook op afstand). Ze sturen tekenopdrachten (bijvoorbeeld "teken hier een rechthoek") en ontvangen gebeurtenissen (bijvoorbeeld "muisklik op deze positie").
Hoe het werkt:
1. Klantverzoek: Een X-client wil iets weergeven. Het stuurt een verzoek naar de X-server via een netwerkverbinding.
2. Serververwerking: De X-server ontvangt het verzoek, valideert het (veiligheidscontroles etc.) en voert het uit. Dit omvat het manipuleren van de weergavehardware om de beelden weer te geven.
3. Serverreactie (optioneel): De server kan informatie terugsturen naar de client, zoals het bevestigen van het verzoek of het verzenden van gebeurtenismeldingen (zoals een muisklik).
4. Weergave-update: De wijzigingen zijn zichtbaar op het scherm.
Belangrijke aspecten van het client-servermodel in X:
* Netwerktransparantie: De client en server kunnen zich op verschillende machines bevinden. Hierdoor hebben gebruikers toegang tot applicaties die op een krachtige server draaien vanaf een minder krachtige clientmachine. Dit is de basis van X11-forwarding (bijvoorbeeld het gebruik van SSH om toegang te krijgen tot een extern bureaublad).
* Modulair ontwerp: Clients zijn onafhankelijk van elkaar en de server. Nieuwe applicaties kunnen eenvoudig worden toegevoegd zonder de server aan te passen.
* Beveiligingsimplicaties: Omdat clients via een netwerk met de server communiceren, is beveiliging een cruciaal aandachtspunt. X11 beschikt over mechanismen om toegangscontrole en authenticatie te beheren.
Samenvattend is de "client-server" in X Window System geen specifieke applicatie, maar de onderliggende architectuur die meerdere onafhankelijke applicaties in staat stelt om te communiceren met een enkel beeldscherm, mogelijk via een netwerk. De X-server is de centrale autoriteit die de weergavehardware beheert, en X-clients zijn de applicaties die er diensten van aanvragen. |