Er bestaat niet één universeel overeengekomen lijst, omdat de snelheid van het geheugen afhangt van verschillende factoren, zoals specifieke technologie, implementatie en toegangspatronen. Een algemeen aanvaarde hiërarchie, van de snelste naar de langzaamste, zou er echter ongeveer zo uitzien:
1. Registreert: Dit zijn de snelste geheugenlocaties, rechtstreeks ingebouwd in de CPU. Ze bevatten gegevens waar de CPU actief mee werkt.
2. Cachegeheugen (L1, L2, L3): Er bestaan meerdere cacheniveaus tussen de CPU en het hoofdgeheugen. L1 is de snelste, kleinste en dichtst bij de CPU, gevolgd door L2 en L3 die steeds langzamer en groter worden.
3. RAM (hoofdgeheugen): Random Access Memory is het primaire werkgeheugen van een computer. Snellere typen zoals DDR5 zijn sneller dan oudere typen zoals DDR3.
4. SSD (Solid State Drive): Maakt gebruik van flash-geheugen, aanzienlijk sneller dan traditionele harde schijven. Verschillende SSD-technologieën (bijvoorbeeld NVMe, SATA) hebben ook verschillende snelheden.
5. HDD (harde schijf): Maakt gebruik van draaiende magnetische schotels, aanzienlijk langzamer dan SSD's. Door de mechanische beweging zijn de toegangstijden veel langer.
6. Optische schijven (cd, dvd, Blu-ray): Dit zijn de langzaamste vormen van permanente opslag, met zeer lange toegangstijden. Ze worden voornamelijk gebruikt voor het archiveren van gegevens.
Het is van cruciaal belang om te onthouden dat er binnen elke categorie aanzienlijke variaties bestaan. Een high-end DDR5 RAM-module zal bijvoorbeeld sneller zijn dan een low-end DDR4-module. Op dezelfde manier zal een NVMe SSD veel sneller zijn dan een SATA SSD. Deze lijst geeft een algemene orde van grootte, maar geen nauwkeurige ranglijst. |