In een besturingssysteem is een niet-interactief proces een proces dat wordt uitgevoerd zonder enige directe interactie met een gebruiker. Het werkt op de achtergrond, onafhankelijk van gebruikersinvoer of weergaveuitvoer. Deze processen voeren taken doorgaans automatisch uit of als reactie op geplande gebeurtenissen of andere systeemtriggers.
Hier is een overzicht van hun belangrijkste kenmerken:
* Geen gebruikersinterface: Ze hebben geen grafische gebruikersinterface (GUI) of opdrachtregelinterface (CLI) waarvoor gebruikersinvoer vereist is.
* Uitvoering op de achtergrond: Ze draaien autonoom op de achtergrond. De gebruiker is zich mogelijk niet eens bewust van het bestaan ervan, tenzij er iets misgaat (bijvoorbeeld een foutmelding).
* Geautomatiseerde taken: Ze voeren vooraf gedefinieerde taken uit, zoals systeemonderhoud, gegevensverwerking, netwerkbewerkingen of geplande back-ups.
* Getriggerde uitvoering: Ze kunnen worden gestart door gebeurtenissen zoals het opstarten van het systeem, getimede gebeurtenissen (cron-taken in Unix-achtige systemen, geplande taken in Windows) of door andere processen.
* Minimale of geen output: Ze kunnen uitvoer naar logbestanden produceren, maar tijdens de uitvoering geven ze doorgaans geen informatie rechtstreeks op het scherm van de gebruiker weer.
Voorbeelden van niet-interactieve processen:
* Systeemdaemons: Dit zijn achtergrondprocessen die essentiële systeemdiensten leveren (bijvoorbeeld `syslogd` voor loggen, `sshd` voor SSH-verbindingen, `crond` voor geplande taken).
* Achtergrondbanen: Taken worden gestart vanaf de opdrachtregel met opties om op de achtergrond te worden uitgevoerd (zoals het gebruik van `&` in Unix-achtige shells).
* Geplande taken: Processen die automatisch op bepaalde tijden of intervallen worden geactiveerd door de planner van het besturingssysteem.
* Batchverwerkingstaken: Grootschalige gegevensverwerkingstaken die worden uitgevoerd zonder tussenkomst van de gebruiker.
* Netwerkdiensten: Processen die netwerkverbindingen en communicatie afhandelen (bijvoorbeeld webservers, databaseservers).
In tegenstelling tot niet-interactieve processen zijn er interactieve processen, die directe gebruikersinvoer vereisen en directe feedback geven via een gebruikersinterface. Voorbeelden hiervan zijn webbrowsers, teksteditors en games. |