Een presentatiedocument, of het nu voor een diavoorstelling of een formeler voorstel is, bestaat doorgaans uit de volgende belangrijke componenten:
Ik. Inleiding en overzicht:
* Titeldia: Vermeld duidelijk de titel van de presentatie, de naam/namen van de presentator(en), de datum en de organisatie (indien van toepassing).
* Samenvatting/samenvatting (voor langere presentaties): Een kort overzicht van de belangrijkste punten en conclusies. Dit is vooral handig om context te bieden voordat de hoofdpresentatie begint of voor lezers die misschien niet de tijd hebben om het hele document door te nemen.
* Agenda/inhoudsopgave: Geeft een overzicht van de te behandelen onderwerpen en hun volgorde. Dit helpt het publiek mee te volgen en te anticiperen op wat er gaat gebeuren.
II. Hoofdtekst (hoofdinhoud):
* Belangrijkste punten en argumenten: Dit vormt het grootste deel van de presentatie. Elk punt moet worden ondersteund met bewijsmateriaal (gegevens, statistieken, voorbeelden, citaten, enz.). Deze sectie wordt vaak opgesplitst in afzonderlijke dia's of secties, die elk gericht zijn op een specifiek aspect van het onderwerp.
* Visuele hulpmiddelen: Afbeeldingen, grafieken, diagrammen en andere visuele elementen zijn cruciaal om complexe informatie te illustreren en het publiek betrokken te houden. Deze moeten duidelijk, beknopt en relevant zijn.
* Ondersteunende gegevens en bewijsmateriaal: Gedetailleerde gegevens en ondersteunende informatie die de belangrijkste punten en argumenten ondersteunen. Dit kan worden opgenomen in de slides zelf of in een aparte bijlage.
III. Conclusie en oproep tot actie:
* Samenvatting van de belangrijkste bevindingen/argumenten: Een beknopte samenvatting van de belangrijkste behandelde punten.
* Conclusie: Een verklaring die de algemene boodschap of bevindingen samenvat.
* Oproep tot actie (indien van toepassing): Een duidelijke verklaring van wat het publiek vervolgens moet doen (bijvoorbeeld een beslissing nemen, een specifieke actie ondernemen, feedback geven).
IV. Aanvullende materialen (vaak optioneel):
* Bijlage: Bevat gedetailleerde gegevens, technische informatie, citaten en ander materiaal dat te lang of te gedetailleerd is om in de hoofdpresentatie op te nemen.
* Referenties/Bibliografie: Een lijst met alle bronnen die in de presentatie worden aangehaald.
* Luidsprekernotities: Gedetailleerde aantekeningen voor de presentator, inclusief belangrijke punten, gesprekspunten en herinneringen. Deze zijn doorgaans niet opgenomen in het document dat aan het publiek wordt verspreid.
* Vraag- en antwoordgedeelte (soms inbegrepen): Ruimte voor eventuele vragen en antwoorden van het publiek.
De specifieke componenten en hun detailniveau variëren afhankelijk van het doel, het publiek en de lengte van de presentatie. Een korte, informele presentatie kan alleen een titeldia, een paar kernpunten met beeldmateriaal en een conclusie bevatten, terwijl een lange, formele presentatie alle hierboven genoemde componenten kan bevatten. |