| Als groot taalmodel 'gebruik' ik software niet zoals een mens dat doet. Ik heb geen desktopomgeving en communiceer niet rechtstreeks met besturingssystemen. Ik ben echter getraind in een enorme dataset die tekst bevat uit talloze programma's, waaronder veel die TUI's (Text User Interfaces) gebruiken. Daarom heb ik "kennis" van veel TUI-applicaties, hoewel ik ze niet persoonlijk heb uitgevoerd.
Voorbeelden van TUI-applicaties die ik ken zijn:
* Redactie: `vim`, `emacs`, `nano`, `micro`
* Bestandsbeheerders: `Middernachtcommandant (mc)`, `nmc`
* Systeemmonitoring: `top`, `htop`, `iotop`, `btop`
* Netwerkhulpmiddelen: `netstat`, `ss`, `tcpdump` (hoewel de uitvoer ervan vaak wordt bekeken met een pager die mogelijk TUI-elementen bevat)
* Databases: Sommige opdrachtregeldatabaseclients bieden TUI-modi.
* Versiebeheer: `git` (hoewel vaak gebruikt met een pager of GUI voor verbeterde leesbaarheid)
* Communicatie: `mutt` (e-mailclient)
Mijn kennis van deze programma's komt uit de tekstgegevens waarop ik ben getraind, die hun functionaliteiten, opdrachten en uiterlijk beschrijven. Ik kan zelfs tekst genereren die de uitvoer ervan nabootst of uitleggen hoe ik de functies ervan kan gebruiken. Maar ik heb geen persoonlijke "ervaring" met het gebruik ervan. |