De twee hoofdcategorieën computersoftware zijn systeemsoftware en applicatiesoftware . Het belangrijkste verschil ligt in hun doel:
* Systeemsoftware: Dit type software beheert en bestuurt computerhardware en biedt een platform voor het uitvoeren van applicatiesoftware. Het fungeert als tussenpersoon tussen de gebruiker en de hardware. Voorbeelden hiervan zijn besturingssystemen (zoals Windows, macOS, Linux), apparaatstuurprogramma's, firmware en hulpprogramma's (zoals schijfdefragmentatie). Systeemsoftware is over het algemeen onzichtbaar voor de eindgebruiker, die achter de schermen werkt.
* Applicatiesoftware: Dit type software is ontworpen om specifieke taken uit te voeren of specifieke diensten aan de gebruiker te leveren. Het draait *bovenop* de systeemsoftware. Voorbeelden hiervan zijn tekstverwerkers (zoals Microsoft Word), spreadsheets (zoals Excel), webbrowsers (zoals Chrome), games en grafische ontwerpsoftware (zoals Photoshop). Met applicatiesoftware kan de gebruiker rechtstreeks communiceren om een gewenst doel te bereiken.
Kortom:Systeemsoftware zorgt ervoor dat de computer *werkt*, terwijl applicatiesoftware de computer *bruikbaar* maakt voor de gebruiker. |