De gebruikersinterface (UI) biedt toegang tot de functies van een programma op een computer. Dit kan vele vormen aannemen, waaronder:
* Grafische gebruikersinterface (GUI): Dit is het meest voorkomende type, waarbij vensters, pictogrammen, menu's en aanwijzers (WIMP) worden gebruikt om met het programma te communiceren.
* Opdrachtregelinterface (CLI): Hierbij worden tekstopdrachten gebruikt die door de gebruiker zijn getypt om met het programma te communiceren.
* Applicatieprogrammeerinterface (API): Dit wordt niet rechtstreeks gebruikt door menselijke gebruikers, maar geeft *andere programma's* toegang tot de functies van het programma. Zie het als een programmatische gebruikersinterface.
Dus hoewel API's cruciaal zijn voor programma-interactie, is het de gebruikersinterface die rechtstreeks *menselijke* toegang tot de functies van een programma mogelijk maakt. |