In Excel worden koppen niet rechtstreeks door cijfers geïdentificeerd. In plaats daarvan worden rijen geïdentificeerd door cijfers (1, 2, 3, enz.) en kolommen worden aangegeven met letters (A, B, C, ..., AA, AB, enz.). De locatie van een cel wordt gespecificeerd door de kolomletter en het rijnummer (bijvoorbeeld A1, B2, C3). Er is geen numerieke identificatie voor de kopjes zelf. Koppen zijn slechts de tekstinhoud in de cellen in de bovenste rij (of andere rijen, afhankelijk van uw gegevensstructuur). |