Een kolomdiagram in Excel bestaat uit het volgende:
* Kolommen: Verticale rechthoekige staven die de waarden van gegevenspunten vertegenwoordigen. De hoogte van elke kolom is evenredig met de waarde die deze vertegenwoordigt.
* Categorieën (X-as): Labels langs de horizontale as (X-as) die de verschillende categorieën of groepen vertegenwoordigen waarin de gegevens zijn verdeeld. Als u bijvoorbeeld de maandelijkse verkopen in kaart brengt, zijn de categorieën de maanden van het jaar.
* Waarden (Y-as): Getallen langs de verticale as (Y-as) die de schaal van de gegevens weergeven. Ze geven de grootte aan van de waarden die worden weergegeven door de kolomhoogten.
* Grafiektitel: Een titel bovenaan het diagram die kort beschrijft wat het diagram weergeeft.
* Aslabels: Labels op beide assen geven duidelijk aan wat de categorieën en waarden vertegenwoordigen. Deze zijn cruciaal voor het begrijpen van de gegevens in het diagram.
* Legenda (indien van toepassing): Als het diagram gegevens uit meerdere series toont (bijvoorbeeld de verkoop van verschillende producten), wordt er een legenda weergegeven, waarin de kleur of het patroon wordt aangegeven dat aan elke serie is gekoppeld.
* Gegevenslabels (optioneel): Dit zijn numerieke waarden die direct op of nabij elke kolom worden weergegeven en de exacte waarde weergeven die de kolom vertegenwoordigt. Deze kunnen handig zijn voor een snel begrip, maar kunnen het diagram onoverzichtelijk maken als er veel gegevenspunten zijn.
In wezen geeft een kolomdiagram visueel de omvang van verschillende categorieën weer, waardoor het gemakkelijk wordt om waarden in die categorieën te vergelijken. |